Het is niet meer het Visma | Lease a Bike van twee jaar geleden – dat moge duidelijk zijn in deze Giro d’Italia. Waar ooit organisatie en overmacht troef waren, is er nu sprake van twijfel, versnippering en een zichtbaar gebrek aan samenhang. De vierde etappe sprak boekdelen: enkel Edoardo Affini was aanwezig in de finale om sprinter Olav Kooij bij te staan. Te weinig, voor een ploeg van dit kaliber.
“Ik kan de vinger er niet precies op leggen, maar wat me opviel was dat ze in een gespreide formatie reden,” analyseert
Michel Wuyts in de podcast Wuyts & Vlaeminck. “Ze waren overal in het peloton, maar zelden geconcentreerd rond kopmannen als Wout van Aert of Simon Yates. Het oogde ongecoördineerd.”
Volgens Wuyts is Van Aert gebaat bij meer selectieve koersen. “In de openingsetappe had hij Kelderman nodig om terug te keren, anders had hij nooit mee kunnen sprinten. Maar in de derde rit was het opnieuw ieder voor zich bij Visma. Toen stelde ik mezelf de vraag: wat is daar aan de hand?”
Ook in het voorjaar toonde de ploeg wisselvallig koersgedrag. Hoogtepunt – en tegelijk keerpunt – was Dwars door Vlaanderen: een demonstratie van kracht, die echter eindigde in een strategische misstap. Daarna was het vooral aan individuen om het verschil te proberen maken, zonder collectieve ruggengraat.
Vooralsnog zet die neerwaartse lijn zich voort in deze Giro. Ondanks knappe tweede plaatsen voor Van Aert en Kooij, blijft er iets wringen binnen de ploegstructuur. De Nederlandse formatie lijkt het ontbrekende puzzelstukje nog niet gevonden te hebben. Het is te hopen dat dat snel verandert, want het potentieel is er onmiskenbaar.
“Visma oogt momenteel als een hoopje los zand,” besluit Wuyts. “Of dat nog goedkomt en uitmondt in een homogeen geheel, valt nog te bezien.”