Fietsen met dubbele schijf zijn tegenwoordig zeldzaam in het wegwielrennen, maar niet ongezien. Op de baan zijn ze een populaire keuze in het streven naar aerodynamische voordelen, maar op de weg is het onmogelijk om de gladheid van het oppervlak en het gebrek aan weersomstandigheden te evenaren. In de 32 kilometer lange tijdrit op de
Olympische Spelen overweegt de Belg
Wout van Aert deze optie, maar er zijn twijfels over de effectiviteit en veiligheid.
"Tot nu toe gebeurde dat vooral op de baan. Het achterwiel krijgt dan een vliegwieleffect. En ze gebruiken ook een vol voorwiel, al heeft dat als nadeel dat je een stuk minder wendbaar wordt", aldus Bert de Backer in een reactie aan Sporza. "Sturen is een stuk lastiger. Maar ik denk dat het parcours niet erg technisch is en daarom proberen ze het. Ik vermoed ook dat er niet veel wind zal staan. Want veel bochten, veel op en neer en veel wind zijn redenen om niet het volle voorwiel te gebruiken. Zelfs voor een grote rijder is het niet prettig om daarmee te rijden bij zijwind. Maar ik vind het wel leuk dat ze weer aan het experimenteren zijn".
Van Aert heeft het parcours deze woensdag opnieuw gereden met een fiets die hier wel over beschikte, iets wat voordeel zou kunnen opleveren gezien het totale gebrek aan een technisch aspect op het parcours. Tegen de klok telt elk detail en als het gaat om een Olympische titel, zullen renners zich op hun best willen presenteren in de sleutelrace.
Commentator José de Cauwer voegde daaraan toe: "Het zou een voordeel kunnen hebben in termen van aerodynamica. Maar als je het over een voordeel hebt, kan er ook een nadeel zijn. Volle wielen zijn erg gevoelig voor zijwind en dat kan een gevaarlijk effect hebben." Dit is uiteindelijk de reden waarom geen andere rijders er schijnbaar mee geëxperimenteerd hebben; terwijl Joshua Tarling ook beargumenteerde dat er nog steeds een paar bochten zijn waar seconden gewonnen kunnen worden en het noodzakelijk is om die op volle snelheid te nemen en je geen zorgen te maken over de stabiliteit van de motor.
"Natuurlijk hebben ze het getest en kun je uitrekenen in hoeverre zoiets wattagewinst kan opleveren. Dan moet je het afwegen tegen het nadeel. Met spaken in je wiel heb je altijd wat meer wind en maak je ook meer wind, maar ik sta nu in een open ruimte en ik voel de wind nog steeds vrij hard waaien," vervolgt de Cauwer;
"Bovendien is het ook moeilijker om te sturen. Als je in de beugel zit en er is een windvlaag, dan voel je het verschil. Of het een voordeel of een nadeel zal zijn? Dat kan ik vanaf hier niet zeggen."