Nu het peloton het seizoen laat voor wat het is en toewerkt naar rust en herstel, dringt één vraag zich op: waar winnen de grote namen hun kaarten uit in 2026? Rondes zoals de
Tour de France, de Giro d’Italia en de Vuelta a España zijn nog zonder officiële routebekendmaking, maar een aantal renners heeft al publiekelijk zijn plan gezet. Wij analyseren wat plausibel is.
Bevestigde keuzen
Cian Uijtdebroeks heeft zijn contract bij Movistar Team besloten en stapt over naar de Spaanse ploeg met heldere doelen: hij zal in 2026 de Giro en de Vuelta rijden. In de Giro krijgt hij waarschijnlijk de vrijheid om de koers solo te rijden — iets wat eerder voor Einer Rubio gold. Dat impliceert dat Rubio én Enric Mas vermoedelijk de Tour zullen rijden; voor Mas is een combinatie Giro–Vuelta geen verrassing, zoals hij in voorgaande jaren reeds deed.
Ook Mattias Skjelmose maakte zich helder: voor 2026 heeft hij volledige ondersteuning toegezegd gekregen voor een leiderschap in de Giro d’Italia. Dat zei hij al vóór de start van de Tour. Wel kan de komst van Juan Ayuso in de ploeg de plannen wijzigen.
Grote namen, grote keuzes
Ondanks het ontbreken van route‑bekendmakingen — de Tour wordt op 23 oktober aangekondigd — zijn er voldoende aanwijzingen om te duiden welke scenario’s realistisch zijn, gezien de teams en hun structuur.
Tadej Pogacar & UAE Team Emirates – XRG
Pogacar zal waarschijnlijk enkel de Tour rijden in 2026, op jacht naar zijn vijfde zege. Dit jaar had hij de Vuelta a España in de planning, maar de combinatie van voorbereiding op Tour én Vuelta plus eindeseizoen‑doelen bleek onhaalbaar. De vermoeidheid die bij concurrenten zoals Jonas Vingegaard en João Almeida na de Vuelta zichtbaar was, bevestigt dat solo‑zoalspoging weinig zin zou hebben.
De wereldkampioenschappen in Montréal, in heuvelachtig terrein, geven ook aan dat hij de Tour niet zal laten schieten. De Giro‑voorbereiding past simpelweg niet in zijn schema. Wel is er een kleine kans dat hij de Giro rijdt, maar hij zou dan zonder ideale hoogtestage of voorbereiding starten tegen een versterkte Vingegaard.
Binnen UAE is de puzzel complex: talenten als Isaac del Toro en Almeida vragen aandacht. Del Toro lijkt voor 95 % verzekerd van deelname aan de Giro, waar hij als solo‑kopman kan gelden. Hij zou daarna de Vuelta ambiëren, samen met Almeida. Almeida zou dus de Tour ondersteunen én in de Vuelta voor eigen kansen gaan.
Jonas Vingegaard & Team Visma
Visma staat voor strategische keuzes. Vingegaard, vijfmaal op rij podium in de Tour en tweemaal winnaar, heeft tegenover zich een vrijwel onverslaanbare Pogacar. De Deen opperde dat een Vuelta‑zege hem de Giro zou kunnen openen – voor hij zelfs de Tour zou winnen. Het profiel van de Giro met veel hooggebergte past hem uitstekend; in zijn debuut kan hij daar reëel winnen, en daarna de Tour aansnijden.
Scenario: licht voorjaar, hoogtestage tussen twee Grote Rondes, weinig wedstrijden tussendoor – professioneel én privé in balans. In dat scenario ontstaat ruimte voor anderen in de ploeg: denk aan Matteo Jorgenson (voorjaarsklassiekers + Tour + mogelijk Vuelta‑leider), Simon Yates (Giro–Tour), Sepp Kuss (zelfde idee) en vrij spel voor Wout van Aert in voorjaar + Tour.
Remco Evenepoel & Red Bull – BORA – hansgrohe
Evenepoel wil ooit de Tour winnen, maar op papier ligt de Giro logisch dichterbij. Zijn ploeg kent meerdere kopmannen (onder andere Florian Lipowitz en Primož Roglič), dus de planning is niet vrij.
Mijn analyse: Evenepoel wacht eerst af wat Vingegaard en Pogacar doen. Als zij naar de Giro gaan, richt hij zich op de Tour; gaan zij niet naar de Giro, dan pakt hij de Giro. Gezien de nadruk op tijdritvaardigheid en het materiaal blijft de Tour waarschijnlijk de prioriteit — maar na een opbouw in het voorjaar. Lipowitz krijgt dan de Giro‑kopmanschap — met steun van Pellizzari en Hindley — terwijl Evenepoel de Tour aanpakt met Roglič erbij. Roglič moet zich smeden tot ploegknecht, in een rol die zijn persoonlijke ambities onder druk zet.
Tom Pidcock
De kalenderkeuze van Pidcock hangt voor een groot deel af van de uitnodiging van Q36.5 Pro Cycling Team voor de Giro of Tour. Krijgt hij geen uitnodiging, dan is de puzzel meteen gelegd. Ik denk dat Q36.5 een wildcard voor de Giro kan krijgen, maar dat maakt een volledige voorbereiding lastig — dan moet hij iets opofferen in het voorjaar. Omdat de Tour doorgaans beter bij hem past, zou Q36.5 all‑in moeten gaan op de Tour in 2026. Bij de juiste ondersteuning kan Pidcock dan realistisch voor een Top 5 gaan.
Juan Ayuso
De Spanjaard is in een nieuwe ploeg met veel dynamiek: sprinters zoals Mads Pedersen en Jonathan Milan willen de Tour; Skjelmose wil de Giro. Mijn scenario: Skjelmose in de Giro met sterk blok, Pedersen in de Tour voor ritten, Milan voor de massasprints en Ayuso voor het klassement in de Tour. De Giro is zinvol voor Ayuso, maar alleen als hij de teamruimte krijgt — gaat hij daar overheen? Dan wordt het lastig voor de motivatie van Skjelmose en de ploegstructuur.
Oscar Onley
Onley werd dit jaar vierde in de Tour. Verbeteren daarvan wordt lastig; realistischer is een podiumplaats in de Giro. Zijn ploeg (Picnic PostNL) heeft geen klassieke GT‑macht onder druk. In de Giro kan hij zich verder ontwikkelen — terug naar de Tour betekent waarschijnlijk opnieuw de vierde plaats.
Teams zonder duidelijke kopman
Bahrain Victorious
De ploeg heeft veel kwaliteit, maar niemand die zich momenteel kan meten met de allergrootsten. Lenny Martínez hoort bij de Tour, Tiberi en Caruso bij de Giro — maar de wisseling van omgeving zou Tiberi goed doen. Buitrago, Bilbao en Eulálio zijn interessant als rittenjagers of potentieel leiders afhankelijk van situatie.
Decathlon CMA CGM
De Franse formatie groeit in ambitie—met name rond Paul Seixas. Tour rijden komt nog te vroeg; de Giro is zinvol, maar wellicht is de Vuelta als eerste GT verstandiger. Felix Gall is geschikt voor de Giro, Riccitello kan Giro of Tour, terwijl Olav Kooij ingezet kan worden in de Tour.
INEOS Grenadiers
De Britse ploeg kent veel GT‑renners, maar geen uitgesproken leider. Arensman, Bernal, Rodríguez en Vauquelin zijn opties — lastige puzzel qua toewijzing. De ploeg lijkt meer op rittenjagers in te zetten dan één super‑kopman.
Soudal‑Quick‑Step
Verlies van Evenepoel houdt stand. Mikel Landa en Paul Magnier passen in de Giro. In de Tour focust de ploeg op sprints (Tim Merlier). De formule: terug naar de basis, ritzeges pakken, klassiekers en Giro als wapen.
Conclusie
Hoewel de officiële routes nog niet volledig openbaar zijn, laten de bondige keuzes en uitlatingen van renners en teams zien hoe 2026 vorm krijgt. Het wordt een spel van strategische keuzes: welk GT‑profiel past bij wie, wat is de ploegstructuur, wat is het persoonlijke ritme van het seizoen? De klassiekers beginnen al vroeg, de hoogtestages en blokken zullen precies getimed moeten worden. Het wordt een boeiende voorbereiding richting 2026.