OPINIE: Joao Almeida lacht het laatst als Isaac del Toro breekt zoals Juan Ayuso

Wielrennen
woensdag, 28 mei 2025 om 14:00
almeida
Etappe 16 van de Giro d’Italia 2025 zou wel eens de geschiedenisboeken kunnen ingaan als het keerpunt van deze ronde – een dag waarop de Alpen niet alleen het lichaam braken, maar ook dromen, ambities en zorgvuldig opgebouwde strategieën.
Het begon met een klap. Letterlijk. Primoz Roglic, tot dan toe de gedoodverfde favoriet voor de eindzege en door velen getipt voor zijn tweede Maglia Rosa, stapte uit de koers. Een valpartij, weer een, en dit keer was het definitief. Weg was de Sloveense hoop, weggevoerd in de ploegauto – en met hem verdween ook een hoofdstuk van deze Giro.
Alsof het noodlot niet genoeg drama had voorbereid, volgde de implosie van UAE Team Emirates – het ambitieuze XRG-project met twee kopmannen stortte volledig in elkaar.
Juan Ayuso, derde in het klassement en lang beschouwd als het kroonjuweel van het team, werd als eerste geofferd. Op de steile flanken van de Passo Santa Barbara voerde EF Education–EasyPost het tempo op, en Ayuso had geen antwoord. Geen explosieve tegenaanval, geen laatste krachtsinspanning. Hij kraakte. Zittend op zijn zadel liet hij de strijd los, de koers gleed als zand door zijn vingers. Aan de streep stond hij zeventiende in het klassement – zijn klassementsambities begraven in het grind van de Alpen.
Heel even leek het alsof de ploeg daarmee een probleem minder had. Geen intern kopmanschapgedoe meer, geen gespleten loyaliteiten. De focus kon volledig op één man: de jonge, briljante Isaac Del Toro. De Mexicaan reed in het roze, een openbaring, de revelatie van deze Giro.
Maar zelfs die illusie bleek van korte duur.
Del Toro na etappe 16
Del Toro na etappe 16
Hoe hoger de koers klom, hoe zwaarder de druk werd. En op de slotklim naar San Valentino, na 200 meedogenloze kilometers, viel ook het laatste masker. Isaac Del Toro kraakte.
Eerst moest hij Richard Carapaz laten gaan. Daarna gleed ook Simon Yates uit zijn vizier. Wat restte, was een jonge renner die plots niet meer onkwetsbaar leek. Aan de meet bedroeg het verschil met Carapaz liefst 1 minuut en 35 seconden. Yates is nu nog maar 26 tellen verwijderd van de maglia rosa. Carapaz volgt op 31 seconden. En ook Derek Gee – de revelatie uit Canada – loert op slechts 1:31.
Del Toro draagt nog altijd het roze, maar het voelt plots als een jas die hem te groot is. De Giro is opengebroken. De trui is allesbehalve veilig. En Del Toro, tot voor kort een fenomeen in wording, oogt nu vooral menselijk. UAE Team Emirates begon deze Giro met twee uitgesproken kopmannen. Nu resten er één en een halve. Del Toro leidt, ja, maar met seconden – geen minuten. En voor het eerst liet hij in deze race zijn zwakte zien.
En ergens, wellicht voor een televisie in Monaco of op een hotelkamer in Andorra, kijkt Joao Almeida toe. Misschien schudt hij het hoofd. Misschien glimlacht hij. Al zal het geen triomfantelijke glimlach zijn – daarvoor is Almeida te correct, te loyaal, te professioneel. Maar ergens moet het voelen alsof er iets is bewezen, zonder dat hij zelf in koers hoefde te zijn. Want terwijl UAE de voorbije seizoenen zegevierde met glans en bravoure, bleef één man constant leveren: Joao Almeida. Geen grootspraak, geen opsmuk – enkel resultaten.
Hij is 26. En eindigde nog nooit buiten de top tien in een Grote Ronde die hij uitreed. Vierde in de Giro van 2020. Zesde in 2021. Derde in 2023. Vijfde en negende in de Vuelta. Vorig jaar werd hij vierde in de Tour de France – in dienst van Pogacar, nota bene.
Elk ander team zou rond zo’n palmares bouwen. Bij UAE staat hij derde in de pikorde. Of vierde, sinds de opmars van Del Toro. Deze Giro was nooit voor hem bedoeld. UAE mikte op Ayuso, met Del Toro als plan B. Almeida, die eerder dit seizoen al Itzulia en Romandië op zijn naam schreef, werd opnieuw gedegradeerd tot meesterknecht. Ayuso ging onderuit, Del Toro kraakte, en Almeida... Almeida kijkt toe.
In de Tour wacht opnieuw de rol van helper, voor Pogacar. En omdat de Sloveen ook aast op de Vuelta om zijn Grote Ronde-trio compleet te maken, is daar voor Almeida evenmin ruimte.
Het is wrang om een renner van zijn kaliber zo in de schaduw te zien opereren. Zeker als degenen die voor hem gekozen worden nog altijd bezig zijn hun potentieel in te lossen – en vooral: hun betrouwbaarheid te bewijzen. Ayuso is zonder twijfel een fenomeen in wording. Dat betwist niemand. Maar vandaag bewees de weg weer eens wat de koers al zo vaak heeft geleerd: talent wint koersen. Consistentie wint rondes.
Wordt Almeida te vaak over het hoofd gezien?
Wordt Almeida te vaak over het hoofd gezien?
Onvoorspelbaarheid is een deel van het wielrennen – en ook een deel van Isaac Del Toro. Zijn vorm kan stijgen als een raket, maar net zo snel weer verdampen.
Precies dát maakt etappe 16 zo schrijnend. UAE Team Emirates had vol ingezet op Juan Ayuso. Hij kraakte. Nu rust alle hoop op de jonge Del Toro – een renner die in de komende dagen óf zijn grote doorbraak zal beleven, óf hetzelfde lot ondergaat als zijn ploegmaat. En mocht Simon Yates of Richard Carapaz uiteindelijk deze Giro winnen, dan zal het moeilijk zijn om niet terug te denken aan wat had kunnen zijn… als UAE had gebouwd rond de man die nooit breekt in de derde week.
Want dat is Joao Almeida. Hij flitst zelden, hij springt niet op vijf kilometer van de streep weg, en hij brengt zelden het publiek op de banken. Maar hij ís er. Altijd. Hij rijdt op zijn ritme, beperkt zijn verliezen, en wordt met de dag sterker. Als je een ploeg wilt bouwen om een Grote Ronde te winnen, dan is die betrouwbaarheid goud waard. En juist die kwaliteit ontbreekt nu in Italië.
Almeida is niet in de Giro. Maar zijn afwezigheid in het gesprek rond leiderschap is, naar mijn bescheiden mening, misschien wel de scherpste aanklacht tegen het beleid van UAE. Er is een dunne lijn tussen investeren in de toekomst en het negeren van bewezen klasse. Als ook Del Toro instort en UAE wederom een Grote Ronde verlaat zonder hoofdprijs, dan is er niemand anders om naar te wijzen dan zichzelf.
Voor de sport is het overigens niet verkeerd als UAE deze Giro niet wint. Concurrentie maakt wielrennen boeiender. En dat ze over uitzonderlijk talent beschikken – daar twijfelt niemand aan. Maar het blijft wrang: Joao Almeida heeft simpelweg nooit de ruimte gekregen die hij verdient.
Het gaat allang niet meer alleen om de vraag of Almeida deze Giro had kunnen winnen. Het is de vraag wat hij nog méér moet doen om eindelijk als kopman naar een grote ronde gestuurd te worden.
Zijn seizoen 2025 is voorbeeldig: eindwinnaar van Itzulia Baskenland én de Ronde van Romandië, tweede in de Algarve, zesde in Parijs-Nice. Hij doet alles wat van een klassementsrenner gevraagd wordt. Alles – behalve, zo lijkt het, het vakje aanvinken dat hem het kopmanschap geeft binnen UAE.
En dus, als Del Toro net zo barst als Ayuso, en Almeida zijn seizoen afsluit als loyale knecht van Pogacar – zonder één keer voor zichzelf te mogen rijden – dan zal zijn glimlach, als die er nog is, bitter smaken. Maar wel terecht.
Want als deze Giro aan Joao Almeida was toevertrouwd, dan was hij vermoedelijk niet gekraakt op de Passo Santa Barbara. Dan had hij misschien geen tijd verloren op San Valentino. Misschien had hij de Giro niet gewonnen – maar hij had er wél nog ingezeten.
Claps 0bezoekers 0

Net Binnen

Meest Gelezen