"Vorig jaar had je het gevoel dat we al verslagen waren nog voor we begonnen" - Damiano Caruso geniet van Giro d'Italia zonder Tadej Pogacar

De sluwe Siciliaan Damiano Caruso mag dan 37 zijn, maar in de Giro d’Italia van 2025 toont de veteraan zich nog altijd van grote waarde. Aan de vooravond van etappe 17 is hij de best geklasseerde Italiaan in het algemeen klassement: vijfde, op slechts 2:40 van leider Isaac del Toro.

Caruso, die in 2021 al eens als tweede eindigde in zijn thuisronde, is al jaren een vaste waarde in het voorste echelon van de Giro. Vorig jaar stelde hij zijn ervaring ten dienste van ploegmaat Antonio Tiberi, die uiteindelijk de witte trui mee naar huis nam. In 2025 zijn de rollen echter omgedraaid: een vroege valpartij wierp Tiberi ver terug in het klassement, en Caruso nam het voortouw bij Bahrain – Victorious.

Toch is er volgens Caruso één verschil met vorig jaar dat alles verandert: de afwezigheid van Tadej Pogacar. De Sloveen heerste in 2024 met bijna tien minuten voorsprong en zes ritzeges. “Vorig jaar had je het gevoel dat we al verslagen waren nog voor we begonnen,” erkent Caruso in gesprek met Bici.Pro. “Met een atleet als Pogacar is er geen speelruimte. Niet door een gebrek aan creativiteit, maar omdat hij één of twee niveaus boven de rest staat. Tegen zo iemand kun je gewoon niets beginnen.”

De afwezigheid van de heerser uit Komenda heeft volgens Caruso gezorgd voor een volledig andere dynamiek. “Dit jaar is de koers compleet anders. Eerlijk gezegd heb ik nog nooit zo’n Giro meegemaakt,” vertelt hij. “Elke dag was zwaar, genadeloos. Zelfs de zogenaamde overgangsetappes, waar je normaal wat op adem kunt komen, zaten we constant tegen de limiet aan. Niemand geeft iets weg.”

Hoewel Caruso zelf stevig in de top vijf staat en Tiberi momenteel op de zevende plaats bivakkeert, blijft de veteraan zich onvoorwaardelijk inzetten voor zijn jongere ploegmaat. “Ik blijf geloven dat het podium haalbaar is voor Antonio. Dat is altijd ons doel geweest – niet zomaar een ereplaats. Als we dat vergeten, rijden we zonder visie, en zo zijn we hier niet naartoe gekomen.”

Toch sluit hij zijn eigen ambities ook niet uit. “Mijn plek in het klassement kunnen we niet negeren,” erkent hij. “We proberen iets ingewikkelds: Antonio op het podium krijgen én ikzelf in de top tien. Dat is een ambitieuze opdracht, maar er is geen andere keuze. We moeten ervoor gaan.”