"Deze plek is waar mijn carrière op de weg begon in 2018. Om hier opnieuw te winnen, na zo’n lange periode zonder resultaat… Het voelt zó goed."
Het waren de woorden van een ontroerde
Wout van Aert na zijn indrukwekkende triomf in de 'Strade Bianche'-etappe van de Giro d’Italia 2025. Maar zijn benen vertelden het échte verhaal: dat van doorzettingsvermogen, karakter en een comeback die zijn gelijke nauwelijks kent.
Het wielrennen won vandaag — in de persoon van een renner die al jaren strijdt tegen meer dan enkel tegenstanders. Een overwinning van fysieke én mentale veerkracht.
Een sport zonder tribalisme
Wielrennen is voor velen, waaronder ikzelf, een sport waarin men zelden supportert voor een specifiek team of een individuele renner. Ondanks het feit dat het een teamsport is, zit de aantrekkingskracht juist in het onvoorspelbare, in het ontbreken van blind fanatisme.
Wat mij boeit, is de schoonheid van de strijd, het lijden, het onverwachte. De romantiek van een renner die tegen beter weten in demarreert, die zich vastrijdt in de wind, die blijft vechten wanneer alles verloren lijkt.
En toch zijn er dagen, zeldzame dagen, waarop een overwinning je raakt. Vandaag was zo’n dag. Vandaag juichte ik wél. Voor Wout van Aert.
Waarom juist hij?
Er zijn meerdere redenen waarom deze overwinning me raakte. Van Aert is een van de weinige renners die, ondanks zijn status, vaker ondergewaardeerd dan geprezen lijkt te worden. In eigen land, waar de rivaliteit met Mathieu van der Poel haast religieuze vormen aanneemt, ligt elke misstap onder een vergrootglas. De druk, de verwachtingen, de kritiek: ze zijn vaak buitensporig.
En dan is er nog de constante, onredelijke vergelijking met de allergrootsten van deze generatie — Van der Poel en Pogacar — terwijl Van Aert, hoe veelzijdig ook, niet hun niveau haalt. Hij is geen allesoverheersende kampioen, maar wel een meester in vrijwel elk domein. Alleen al dat wordt hem vaak kwalijk genomen.
Pech, tegenslag en mentale weerbaarheid
De voorbije jaren leest zijn palmares evenzeer als een rapport van tegenslagen. Van een lekke band in Roubaix 2023, tot de zware valpartij in Dwars door Vlaanderen 2024, en daarna opnieuw in de Vuelta. Hij kwam telkens terug, alleen om opnieuw te struikelen. En toch stond hij er, keer op keer. Nooit zonder twijfel, maar altijd met toewijding.
Ook deze Giro leek aanvankelijk weinig soeps te worden. Na een zwakke start werd al snel geroepen dat hij moest opgeven. Maar wie goed keek, zag het: hij had koersdagen nodig, ritme, vertrouwen. Zijn rol als knecht voor Olav Kooij en Simon Yates was sowieso waardevol, zelfs zonder persoonlijke ambities.
Een overwinning uit het niets? Niet helemaal
De verrassing was dan ook groot toen Van Aert zich in de loodzware ‘Strade Bianche’-rit, met zijn steile grindklimmen en nerveuze koersverloop, handhaafde in de kopgroep. Niet als schaduw van zichzelf, maar als de renner die we ooit kenden: dominant, technisch perfect, én met het vermogen om zich te meten met de besten op een terrein dat zogezegd niet het zijne is.
Zijn acceleratie op de Via Santa Caterina, het moment waarop hij Isaac del Toro passeerde, was pure poëzie. Niet alleen qua benen, maar als statement: ik ben nog niet weg, ik heb nog iets te zeggen.
Siena: decor van gerechtigheid
De stad Siena is het decor geweest van talloze wielermomenten die in het geheugen gegrift staan. En hoewel dit geen officiële Strade Bianche was, voelde het als de meest betekenisvolle editie in jaren.
Van Aert won hier niet alleen een rit. Hij won iets wat moeilijk in cijfers uit te drukken valt: respect. Herwaardering. Gerechtigheid, misschien. Niet als de beste van zijn generatie, maar als een van de weinigen die keer op keer weet terug te vechten — en dat op een manier die inspireert.
Geen god, geen ster, maar een renner
Van Aert is geen god in deze sport, geen ongenaakbare ster. Maar wat hij is, is zeldzamer: een renner die menselijk is gebleven. Die verliest, wankelt, twijfelt. Maar ook blijft proberen. En als het lukt, zoals vandaag, dan is dat geen toeval, maar de uitkomst van jaren arbeid, tegenslag en karakter.
Hij is nergens de allerbeste in, maar bijna overal bij de besten. En dat maakt hem een van de meest fascinerende figuren in het moderne wielrennen.
Vandaag won Wout van Aert. En ik vierde het. Niet alleen vanwege de prestatie, maar vanwege alles wat eraan voorafging.