Vijftien jaar na zijn debuut bij Rabobank hoopt
Wilco Kelderman nog altijd op die ene ontbrekende overwinning – maar dromen doet hij er niet van.
Het verhaal van Wilco Kelderman leest als een lange adem. De inmiddels 34-jarige Nederlander debuteerde vijftien jaar geleden bij de toenmalige Rabobank-formatie en keerde na omzwervingen bij Sunweb en Bora-hansgrohe uiteindelijk terug naar Visma | Lease a Bike, het team waar alles begon. Ondanks een lange carrière op het hoogste niveau, ontbreekt één ding nog steeds op zijn erelijst: een ritzege in een Grote Ronde.
Toch ligt Kelderman daar niet wakker van. "Ik heb een vrouw, twee kinderen en de beste baan die er is," zegt hij in de Volkskrant. "Dat maakt me een gelukkig mens. Een wedstrijd winnen verandert daar helemaal niets aan. Natuurlijk wil ik het nog meemaken. Er zijn nog kansen in de laatste week van deze Giro. Maar ik droom er niet van."
De ideale knecht
Kelderman werd in het verleden getest als kopman bij Team Sunweb en reed met topklasseringen — vierde in de Vuelta van 2017 en derde in de Giro van 2020 — zichzelf stevig op de radar van de internationale wielertop. Toch heeft hij zich inmiddels volledig verzoend met zijn rol als meesterknecht. En daarin blinkt hij uit.
"Wilco is de perfecte knecht, eerder voor Jonas Vingegaard, nu voor Wout van Aert en Simon Yates," zegt ploegleider Mathieu Heijboer van Visma. “Hij is iemand die altijd klaarstaat, altijd geeft, en nooit moppert. Maar misschien is hij wel iets té lief.”
Heijboer prijst Keldermans karakter, maar ziet ook dat het hem soms in de weg staat. "Zijn ego is totaal afwezig. Hij heeft niet die honger om te winnen die je van een topsporter zou verwachten. Bij hem is winnen geen drijfveer."
Mentor met ervaring
Naast zijn rol in koers, is Kelderman binnen de ploeg een belangrijke schakel geworden in de begeleiding van jong talent. “Hij neemt bijna automatisch een mentorrol op zich voor jonge renners. Dat doet hij fantastisch,” aldus Heijboer. “Maar we hopen natuurlijk allemaal dat hij zich nog eens in de kijker rijdt.”
Met vier profzeges op zijn naam, maar geen enkele op World Tour-niveau, blijft de grote zege een open hoofdstuk in zijn carrière. Toch leeft er binnen de ploeg nog hoop op een onverwachte triomf. “Statistisch gezien moet het een keer gebeuren,” zegt Heijboer met een knipoog. “Dat hij tweede wordt, en dat de nummer één de verkeerde afslag neemt.”