Jasper Philipsen gaf een veelzeggende inkijk in wat
Tadej Pogacar volgens hem echt onderscheidt van de rest van het moderne peloton — en dat heeft niets te maken met watts, trofeeën of regenboogtruien.
In gesprek met La Gazzetta dello Sport zei de Belgische sprinter dat de dominantie van de wereldkampioen voortkomt uit iets veel simpeler: zijn vermogen om een normale kerel te blijven, ondanks de sterrenstatus om hem heen.
Philipsen omschrijft Pogacar als een van zijn beste vrienden in het peloton en zegt dat de houding van de Sloveen uniek is.
“Tadej is een vriend, het is altijd een plezier om hem te zien en even bij te praten,” zei hij tegen Gazzetta. “We zien elkaar zelden in het jaar omdat we verschillende programma’s rijden. Ik ben geen expert in wielergeschiedenis, maar ik denk niet dat er ooit iemand als hij is geweest.”
Nuchtere grootheid voedt Pogacars aura, zegt Philipsen
Hoewel Pogacars palmares ontzag afdwingt — Tour-titels, wereldtitels, Monumenten — gelooft Philipsen dat het echte verhaal schuilt in hoe onaangedaan hij onder dat alles blijft. “Ik denk dat iedereen hem ziet als een god van deze sport, terwijl ik hem ken als een heel normale jongen,” zei hij. “Zijn kracht ligt erin dat hij ondanks al zijn successen met beide voeten op de grond blijft en van het leven geniet.”
Die nederigheid, suggereert Philipsen, is net zo goed een wapen als zijn vermogen om grote ronden te domineren. Het bepaalt hoe hij zich door het peloton beweegt, hoe hij met rivalen omgaat en hoe hij omgaat met druk wanneer de verwachtingen bovenmenselijke proporties aannemen.
Een vriendschap die een zeldzaam venster biedt op de grootste ster van het peloton
Philipsens perspectief weegt des te zwaarder omdat het komt uit de kleine kring van echte vrienden van Pogacar in het peloton — renners die hem zien buiten podia, camera’s en headlines. Zijn opmerkingen aan La Gazzetta dello Sport herinneren eraan dat Pogacars dominantie meer is dan cijfers en uitslagen; ze rust op een houding die niet toelaat dat succes hem verandert.
En in een sport waar druk, scrutinie en verwachtingen zelfs de grootste talenten kunnen verteren, gelooft Philipsen dat Pogacars vermogen om nuchter te blijven misschien wel de belangrijkste reden is waarom hij boven de rest blijft uitsteken.
Voor Philipsen is die eigenschap niet alleen zeldzaam — ze is ongekend. En van iemand die een groot deel van het seizoen tegen hem koerst, is de boodschap duidelijk: het wielrennen heeft nog nooit zo’n kampioen als Pogacar gezien.