Ooit prof, nu scherpzinnig commentator —
Thijs Zonneveld (45) heeft zelden moeite zijn mening te geven. Zijn oordeel over het pas onthulde Tourparcours van 2026 is dan ook genadeloos.
“Ze spelen op veilig,” zegt hij in zijn column voor AD Sportwereld. “De Tour hoort te bruisen van spanning, maar dit parcours is ontworpen om risico’s te vermijden. Vorig jaar kon elke etappe ontploffen. Dat is nu volledig losgelaten.”
Volgens Zonneveld ligt het probleem niet in het aantal hoogtemeters, maar in de manier waarop er geklommen wordt: lange, constante hellingen zonder variatie. “Er is niks dat agressief koersen uitlokt. Alles is vlak, gecontroleerd en voorspelbaar.”
De “bergetappe” die er geen is
Zonneveld richt zijn scherpste pijlen op etappe 18 naar Orcières-Merlette, officieel aangekondigd als een bergrit.
“Etappe 18 is naar mijn mening echt een schande,” stelt hij. “Ze noemen het een bergetappe, maar het is een uitgerekte heuvelrit. Urenlang twee of drie procent, dan vijf, en de slotklim haalt misschien zes procent gemiddeld. Je rijdt er in de grote plaat met 35 kilometer per uur omhoog.”
Hij vergelijkt de rit met de editie van 2020, toen Primož Roglič er won op diezelfde aankomst. “Jumbo trok toen de hele klim als een lead-out, en er kwamen nog vijftien man samen boven. Ik snap niet waarom je dat scenario nu herhaalt.”
Misplaatste timing en voorspelbaar koersverloop
Zonneveld vindt vooral de plaatsing van de rit in de slotweek onbegrijpelijk. “Als dit vroeg in de Tour was, prima. Dan hou je de verschillen klein. Maar op drie dagen van Parijs? Dat slaat nergens op.”
“Het wordt gewoon saai. Iedereen wacht tot de laatste vijf kilometer. Geen risico’s, geen spektakel.”
Volgens hem past het in een bredere trend waarin de Tourorganisatie kiest voor beheersing boven emotie. “Ze willen dat het klassement dicht blijft tot het einde, maar dat werkt averechts. Je haalt de ziel uit de koers.”
Zelfs Alpe d’Huez kan het niet redden
Ook over de dubbele Alpe d’Huez-etappe is Zonneveld weinig enthousiast. De mythische klim mag dan geschiedenis ademen, de aanloop ernaartoe is volgens hem te vlak en voorspelbaar.
“Misschien sneuvelt Pantani’s recordtijd, maar dat is het enige dat nog opwindend zou kunnen zijn,” zegt hij droog. “Zo’n etappe verdient meer lef. Je hebt de Alpe – doe er dan ook iets mee.”
Voor de analist dreigt de
Tour de France 2026 vooral “te netjes” te worden: een ronde zonder verrassing, zonder chaos en zonder dat gevoel dat alles kan gebeuren.
“Dit voelt als een Tour zonder moed,” besluit hij. “Zelfs de zogenoemde koninginnenritten zijn gemiste kansen. Je kunt geen legendarische koers bouwen op lafheid.”