De
Tour de France staat zelden bekend om experimentele vernieuwingen, maar in 2026 waagt organisator ASO zich toch aan een opvallende wijziging. In zeven vlakke etappes zullen er voortaan twee tussensprints zijn in plaats van één. Daarmee wil de organisatie het puntenklassement — traditioneel het domein van de sprinters — nieuw leven inblazen.
Volgens de voorlopige routeplanning gaat het vermoedelijk om etappes 5, 7, 8, 9, 11, 13 en 21. Elke rit telt straks dus twee momenten waarop punten te verdienen zijn, goed voor samen 40 punten. Ter vergelijking: de winnaar aan de finish krijgt 50 punten.
Meer strijd, meer spektakel
Het doel is duidelijk: meer actie in de vlakke etappes. Met extra sprintkansen kunnen renners die mikken op de groene trui vaker hun slag slaan — of juist opportunistische vluchters aansporen om mee te doen aan de strijd om punten.
“Om nieuwe strategische opties te creëren voor de kanshebbers in het puntenklassement, zullen de routes van de zeven vlakke etappes twee tussensprints bevatten,” verklaarde ASO in een korte toelichting.
De wijziging kan ook de dynamiek van de koers beïnvloeden. Waar sprintersploegen normaal pas in de finale op stoom komen, kan de dubbele tussensprint zorgen voor meer agressief koersgedrag eerder in de etappe. Ook voor kleinere ploegen biedt het kansen om zich in de kijker te rijden.
Invloed van Pogacar en Milan
De beslissing lijkt niet los te staan van de editie van 2025, waarin Jonathan Milan met overmacht het puntenklassement won. De Italiaan kreeg amper tegenstand van andere sprinters, terwijl Tadej Pogacar opvallend dicht in de buurt kwam — ondanks dat hij zich nauwelijks met de tussensprints bemoeide.
Volgens analisten had de Sloveen zelfs de groene trui kunnen veroveren als hij meer punten had opgepikt onderweg. Met het nieuwe systeem kunnen klassementsrenners en allrounders zoals Pogacar, Remco Evenepoel of Wout van Aert mogelijk opnieuw een rol van betekenis spelen in het puntenklassement.
Nieuwe prikkel voor fans en sponsors
De aanpassing lijkt bovendien bedoeld om meer spanning te brengen in de doorgaans monotone overgangsritten van de Tour. Etappes als die tussen de 7e en 9e dag, die de afgelopen jaren vaak weinig spektakel boden, krijgen zo meer betekenis.
Voor de organisatie is dat ook interessant op commercieel vlak: meer actie onderweg betekent meer zichtbaarheid voor sponsors en lokale overheden die start- en aankomstplaatsen hosten. Of het experiment slaagt, zal in juli 2026 blijken. Maar één ding is zeker: de strijd om het groen wordt er niet eenvoudiger op — en dat is precies wat ASO voor ogen had.