Nu de Giro d’Italia van 2025 haar allesbeslissende dubbele bergetappes ingaat, staat
Derek Gee aan de vooravond van een cruciale test — misschien wel de zwaarste van zijn carrière tot nu toe. De Canadese revelatie is een van de meest constante renners in deze
Giro d'Italia, en klimt gestaag richting een top-vijfklassering in het algemeen klassement. Maar met twee loodzware dagen in het hooggebergte in het verschiet, is zijn vooruitblik er één van evenveel optimisme als ontzag.
"Vandaag wordt zeker een interessante rit," verklaarde Gee aan Cycling Pro Net voorafgaand aan etappe 19. "Morgen is de klim zó zwaar dat, als ploegen nog iets willen forceren, vandaag misschien wel hun laatste kans is… Zodra je de Finestre bereikt, is het gewoon man tegen man."
Het is een nuchtere, maar scherpe analyse. De koninginnenrit van zaterdag — etappe 20 — draait volledig om de mythische Colle delle Finestre: twintig kilometer hel, met een verraderlijk grindpad, eindeloze haarspeldbochten en stijgingspercentages die het klassement op zijn kop kunnen zetten (vraag dat maar aan Simon Yates). Maar Gee houdt zijn blik op het heden gericht. Vandaag wacht een tactisch mijnenveld: een onvoorspelbare bergetappe die overleven vereist, met het hoofd koel.
Hoewel hij pas aan zijn tweede Giro deelneemt, heeft Gee al naam gemaakt als renner met een indrukwekkend uithoudingsvermogen. Vorig jaar eindigde hij in de top tien van de Tour de France, en nu is hij opnieuw bezig aan een gestage opmars. Maar hoe goed kent hij het terrein dat hem te wachten staat? De Canadees is verrassend eerlijk.
"Eigenlijk helemaal niet," bekent hij. "Natuurlijk heb ik wat onderzoek gedaan, video’s bekeken en de profielen op Veloviewer bestudeerd, maar ik heb deze klimmen nog nooit in het echt gereden."
Die openheid is tekenend voor Gee — kwetsbaar, maar ontwapenend. "Dat heeft voor- en nadelen," legt hij uit. "Het nadeel is natuurlijk dat ik de klim niet door en door ken. Maar het voordeel is dat ik me ook niet druk hoef te maken over hoeveel pijn het zal doen."
Het is precies die nuchtere benadering die Gee in 2023 de harten van wielerfans deed veroveren, toen hij vier keer als tweede eindigde en als een waaghals in de aanval trok. Dit jaar toont hij zich van een andere kant: minder flitsend, maar o zo effectief. Hij rijdt met regelmaat in de voorhoede van het klassement, blijft in het spoor van kleppers als
Isaac del Toro en
Richard Carapaz, en toont zich elke dag een meester in het managen van zijn krachten.
Zijn voorbereiding is methodisch, doordacht. "Ik kijk waar de steilste stukken zitten, of het aan het einde afvlakt of juist zwaarder wordt," legt hij uit. "En de afdalingen — of het belangrijk is om vooraan te zitten, of je aan de top nog een inspanning moet leveren. Dat soort details. Ze maken niet altijd het verschil, maar opgeteld helpen ze je wel door zo’n etappe heen."
En dan is er nog een extra complicatie: de hitte. Na dagen van regen zijn de temperaturen in de valleien flink gestegen, en dat kan sommige renners al doen kraken vóór de weg omhoog loopt. "Dat is echt nog een onbekende factor," aldus Gee. "Hopelijk valt het mee, want we gaan een hoop hoogtemeters maken. De valleien zullen verzengend zijn, maar gelukkig blijven we daar niet al te lang."
De Canadees kijkt met vertrouwen uit naar wat komen gaat. "Ik ben blij dat we het lastigste, punchy terrein achter de rug hebben," zegt hij. "Die kortere, explosieve klimmetjes lagen me minder. Ik hoop dat de langere beklimmingen mij beter liggen."
Toch weet Gee als geen ander: niets is zeker in deze Giro. De ronde is al opgeschrikt door het uitvallen van favorieten als Primoz Roglic en Juan Ayuso. Momenteel staan Del Toro, Carapaz en Yates op het virtuele podium — maar kan Gee zich mengen in dat elitegezelschap?
"Het is vanaf dag één een gekkenhuis geweest," concludeert hij. "We hebben alles gezien — het goede en het slechte. In deze Giro is echt alles mogelijk."