Het is alweer meer dan tien jaar geleden dat
Caleb Ewan voor het laatst indruk maakte op de baan. In 2011, als eerstejaars junior, werd hij wereldkampioen omnium – een vroege glimp van zijn uitzonderlijke snelheid en explosiviteit. Maar sinds die gloriedag in het velodroom lag zijn focus volledig op de weg. Tot nu.
Bij zijn nieuwe ploeg
INEOS Grenadiers vond Ewan, inmiddels 30 jaar, iets terug van die oude liefde. "Het is bijna een compleet andere sport," vertelde hij begin deze maand aan Cycling Weekly. "Toen ik jong was, reed ik veel op de baan, maar sinds ik prof ben geworden, heb ik daar eigenlijk niets meer mee gedaan. Al die jaren op de weg, vooral in het sprintersbestaan, vreten aan je pure snelheid. De fast-twitch-vezels waar je het van moet hebben als sprinter, slijten gewoon weg door het constante volume. De baan is voor mij een manier om dat weer op te bouwen."
Het idee om Ewan opnieuw de piste op te sturen kwam van Mehdi Kordi, de kersverse performance director bij INEOS. Kordi, afkomstig uit het baanwielrennen, herkende in Ewan een sprinter met latent potentieel voor explosieve arbeid. Zijn eerste kennismaking met de baan sinds 2011 was direct een vuurdoop. "Ik kreeg meteen op m’n donder," lacht Ewan. "Het waren drie dagen vol baantraining – behoorlijk intens."
INEOS bracht hem na zijn aankomst in Groot-Brittannië direct naar de piste, waar hij enkele topbanensprinters ontmoette. Ewan kon het niet laten zich te meten met de specialisten. "Ik vroeg aan Mehdi: ‘Mag ik een paar starts met hen doen?’ Dat soort starts lijken wel een beetje op wat wij doen op de weg – alleen beginnen wij rollend, niet vanuit stilstand, maar de intensiteit is vergelijkbaar. Het was een goede prikkel. Die jongens zijn natuurlijk op een ander niveau – zij kunnen zich volledig richten op sprint, wij moeten ook over cols en drie weken koers overleven."
De Australiër sprak onder meer met voormalig landgenoot en inmiddels Brits international Matthew Richardson. "We hadden het over de verschillen tussen baan- en wegsprint. Zij kunnen zich volledig toespitsen op kracht en explosie, terwijl wij rekening moeten houden met uithoudingsvermogen en herstel over langere periodes."
Toeval of niet, Ewan's hernieuwde flirt met de piste viel samen met een heropleving van zijn vorm. Bij zijn debuut voor INEOS in de Settimana Internazionale Coppi e Bartali boekte hij meteen succes. Enkele weken later volgde een etappezege in de WorldTour-koers Itzulia Baskenland. "Ik heb het gevoel dat ik weer op mijn oude niveau zit," klonk het vastberaden aan de finish.
Of de baan de doorslag gaf, is moeilijk te bewijzen. Maar verspilde moeite was het zeker niet. "Ik zie het als een waardevolle aanvulling op mijn wegprogramma," besluit Ewan. "Ik sluit niet uit dat ik in de toekomst nog wat wedstrijden op de baan rijd. Misschien ligt daar wel een sleutel tot een langere carrière als topsprinter."