Team België wist het van tevoren: als ze Tadej Pogačar wilden kloppen op het Europees Kampioenschap, moest er iets speciaals gebeuren. Een afwachtende koers zou fataal zijn. En dus besloot bondscoach Sven Vanthourenhout om met een offensieve strategie te starten – aanvallen, druk zetten, isoleren.
Satellietplan mislukt
De eerste stap was duidelijk: een man mee in de vroege ontsnapping.
Louis Vervaeke kreeg die taak, maar het gevecht om de kopgroep was heftiger dan verwacht. Pas na de eerste ronde kwam een vlucht van de grond, met Vervaeke als Belgische vertegenwoordiger.
“Dat betekende dat Slovenië achter de feiten aan moest rijden,” verklaarde
Tiesj Benoot na afloop. “Wij konden daardoor even uit de wind blijven.”
Toch hield het peloton de leiders kort en werd de groep al snel weer ingerekend, nog voordat België hun tactische voordeel kon benutten.
Pogacar isoleren
Daarna probeerden Steff Cras en Junior Lecerf het tempo op te drijven om Pogačar te isoleren. En dat lukte deels: de Sloveen zat plots zonder ploegmaats. De Belgische controle leek te werken — tot
Remco Evenepoel besloot om vroeg zijn kaarten op tafel te leggen.
“Het was niet het plan dat Remco zo snel zou aanvallen,” gaf Xandro Meurisse toe. “Maar met zijn vorm is hij nooit bang om van ver aan te gaan.”
De aanval bracht meteen onrust in het peloton, maar Pogačar reageerde koel en counterde persoonlijk. Toen de Sloveen eenmaal aansloot, nam België opnieuw het initiatief aan de kop van het peloton.
“Daar kun je over discussiëren,” gaf Benoot toe. “Misschien lagen we net iets te vroeg op kop voor de derde passage van Saint-Romain-de-Lerps. Maar tot dan toe deden we niets dat in zijn voordeel werkte.”
Podium van de Europese kampioenschappen wegrace 2025
De genadeklap
De Belgen hoopten dat Pogačar zijn kaarten iets langer zou dicht houden. Als de aanval pas na de laatste lange klim zou komen, kon België als collectief weerstand bieden. Maar toen de Sloveen 75 kilometer voor de finish aan de voet van de beklimming demarreerde, was het gedaan.
“Die klim duurde twintig minuten,” vertelde Vervaeke. “En als Tadej dan beslist om te gaan… dan kun je er gewoon niks tegen doen. Hij is daar uitzonderlijk.”
Geen spijt, wel realisme
Evenepoel kwam uiteindelijk één minuut tekort. Pogačar vierde feest, de rest vocht voor overleven. Slechts 17 renners haalden de finish — onder hen ook Benoot en Vervaeke, die als 13e en 14e finishten.
“Wat hadden we anders kunnen doen?” zuchtte Vervaeke. “Als iemand weet hoe je Tadej vandaag kon verslaan, hoor ik het graag.”
“We hebben ons niet als schapen naar de slacht laten leiden,” vulde Benoot aan. “Het parcours was zo zwaar dat collectieve tactiek gewoon niet genoeg was tegen iemand van zijn niveau. We hebben gestreden, maar hij was beter. Punt.”