Op zaterdag 11 oktober 2025 sluit de wielerwereld het monumentenseizoen af met de
Ronde van Lombardije – 241 kilometer van Como naar Bergamo, goed voor 4.400 hoogtemeters. Het 'Monument van de vallende bladeren' is traditioneel het decor van één van de mooiste, maar ook zwaarste eendagskoersen van het jaar. En toch lijkt de winnaar opnieuw al bijna vast te staan.
Want iedereen weet waarom.
Voor
Tadej Pogacar is deze zaterdag meer dan een seizoensfinale. De Sloveen kan zijn vijfde opeenvolgende overwinning in Lombardije boeken – een prestatie die hem op gelijke hoogte zou brengen met de legendarische Fausto Coppi, die tussen 1946 en 1954 vijf keer triomfeerde.
Pogacar arriveert in Italië met een ongeëvenaarde erelijst: wereldkampioen, Europees kampioen, Tourwinnaar, en overwinningen in zowel Luik-Bastenaken-Luik als de Ronde van Vlaanderen. Zijn vorm lijkt van maart tot oktober onverwoestbaar, en zelfs een podiumplaats in Bergamo zou historisch zijn – dan zou hij namelijk de eerste renner ooit zijn die in één seizoen op het podium van alle vijf Monumenten eindigt.
Het monument der monumenten
Il Lombardia is de herfstklassieker bij uitstek – een koers waar traditie en heroïek elkaar kruisen. Sinds de eerste editie in 1905 heeft het decor van meren, cipressen en grindwegen gediend als sluitstuk van de wielerjaargang. Het is de race waarin klassementsrenners en klimmers nog één keer de benen testen voordat de winter zijn intrede doet.
De erelijst leest als een museum van wielergrootheden: Coppi, Bartali, Merckx, Kelly, Nibali – en sinds 2021: Pogacar, die met vier opeenvolgende zeges zijn naam in dat rijtje heeft gegrift. Zijn overwinning van vorig jaar, met een solo op de Colma di Sormano, was de grootste marge sinds Merckx in 1971.
“Elke overwinning in Lombardije is speciaal,” zei Pogacar na zijn vierde zege. “Het team heeft het hele jaar ongelooflijk hard gewerkt, en dit was de perfecte manier om dat af te sluiten.”
Wie de jaargang van Pogacar samenvat, telt records.
Hij won Vlaanderen, werd tweede in Roubaix, verpletterde Luik met een solo van 30 kilometer, en finishte als tweede in Milaan–San Remo achter Mathieu van der Poel. Voeg daar zijn Tourzege, wereldtitel in Kigali en Europese titel na een 75 km-solo aan toe, en het is duidelijk waarom de Sloveen dit weekend aan de rand van de geschiedenis staat.
“Elk jaar wil ik een betere versie van mezelf zijn,” zei hij na zijn Europese titel. “Ik heb het geluk dat ik zulke wedstrijden mag rijden. Zolang dat zo blijft, wil ik ervan genieten.”
De editie van 2025 biedt een klassiek parcours tussen Como en Bergamo, met iconische beklimmingen die het DNA van de koers vormen.
De Madonna del Ghisallo, beklommen vanuit Asso, maakt de openingsuren al selectief. Daarna volgen de Roncola Alta (max. 17%), de Selvino met haar 19 haarspeldbochten, en de Colle Aperto, waar kasseien en verzuring de slotfase dicteren.
De route biedt twee klassieke scenario’s: een beslissende aanval op de Passo di Ganda zoals in 2023, of een vernietigende demarrage op de Sormano zoals in 2024. En in beide gevallen lijkt de uitkomst hetzelfde: Pogacar kan winnen waar en wanneer hij wil.
Wie kan hem stoppen?
De voornaamste uitdager luistert nog steeds naar de naam Remco Evenepoel. De Belg, onlangs nog wereldkampioen tijdrijden, is dichter dan ooit bij Pogacar in het klimwerk. Toch blijft de Sloveen in de eendagskoersen tactisch en fysiek een stap verder.
Jonas Vingegaard, de man die Pogacar twee keer versloeg in de Tour en in september de Vuelta won, ontbreekt. Zijn tegenvallende optreden op het EK markeerde het einde van zijn seizoen. Een heruitgave van hun duel volgt pas volgend jaar, vermoedelijk opnieuw op Franse wegen.
Il Lombardia is nooit zomaar een koers. Het is de plek waar seizoenen hun echo vinden – waar revanche, bevestiging of bekroning de toon zetten. Het is de koers van de waarheid, waar de sterkste klimmer met de scherpste tactiek bijna altijd wint.
Voor Pogacar lonkt de eeuwigheid.
Een vijfde op rij zou hem op één lijn brengen met Coppi, de “Campionissimo”.
Een podiumplaats zou hem de eerste renner ooit maken met een volledig Monumentenpodium in één seizoen.