Zondag keert het meest gevreesde Monument van het wielerjaar terug: Parijs-Roubaix, de 122e editie van wat al decennia bekendstaat als de 'Hel van het Noorden'. Een brute klassieker die meer weg heeft van een overlevingsstrijd dan een wielerwedstrijd, en die dit jaar alle ingrediënten bevat voor een ongeëvenaarde krachtmeting.
De inzet? Eeuwige roem op het meest mythische plaveisel van het peloton. Mathieu van der Poel verdedigt zijn titel en rijdt inmiddels op een niveau waarop hij de geschiedenis herschrijft. Tadej Pogacar, tweevoudig Tourwinnaar en meest veelzijdige renner van zijn generatie, maakt zijn langverwachte debuut op het Noord-Franse strijdtoneel. En Wout van Aert, terug van blessure, wil zich eindelijk kronen met zijn eerste zege in een kasseienmonument.
Parijs-Roubaix is een koers als geen ander. Over een slopend parcours van 260 kilometer strijden de grootste namen van het peloton niet alleen tegen elkaar, maar vooral tegen de weg zelf: 53,7 kilometer aan genadeloze kasseistroken, verspreid over 29 sectoren die het lot van menig favoriet zullen bepalen.
Een koers die geen fouten vergeeft, waar lekke banden, valpartijen en mentale veerkracht het verschil maken tussen winnen en verdwalen in het stof van Carrefour de l’Arbre. Zondag wacht opnieuw de ultieme test: wie overleeft, overwint.
Hoewel het parcours van de 122e editie van Parijs-Roubaix grotendeels trouw blijft aan de bekende formule, is er één nuance: de totale afstand over de kasseien is dit jaar iets korter, zo’n twee kilometer minder dan in 2024. Maar wie denkt dat daarmee de pijn verzacht wordt, komt bedrogen uit. Want ook in 2025 blijft deze koers niets minder dan een beproeving.
Het pavé maakt nog altijd meer dan 20 procent uit van de volledige route, en elke sector kan een potentiële winnaar in één ruk uit de wedstrijd katapulteren. Parijs-Roubaix vergeeft niets.
De helletocht begint, zoals traditioneel, in Compiègne en trekt noordwaarts richting het historische Velodrome van Roubaix. Onderweg wachten 30 kasseistroken, met als absolute scherprechters de drie beruchte vijfsterrensectoren:
🔹 Trouée d’Arenberg De gevreesde 'loopgraaf van Arenberg' doemt op op zo’n 100 kilometer van de finish. Te vroeg voor beslissingen, maar perfect voor chaos. Hier breekt het peloton vaak voor het eerst echt open door valpartijen, mechanische pech of pure uitputting. Dit jaar verdwijnt de kunstmatige chicane bij de ingang: renners nemen een kleine omleiding langs de Fosse Arenberg-mijntorens voordat ze op volle snelheid het kasseivuur induiken.
🔹 Mons-en-Pévèle Lang, ruw en meedogenloos. Hier begint de vermoeidheid zich écht te laten voelen, en teamtactieken kunnen beginnen te wankelen. Het is vaak het toneel waar favorieten zich tonen en outsiders sneuvelen.
🔹 Carrefour de l’Arbre De finale scherprechter, op amper 15 kilometer van de meet. In 2023 viel hier de beslissing toen Van der Poel versnelde en Van Aert ten val kwam. Ook in 2025 geldt: wie hier nog krachten over heeft, kan de koers naar zich toe trekken. Daarna volgt nog slechts een handvol sectoren richting de glorieuze finish.
Na de laatste kasseien wacht de ultieme beloning: een entree op het iconische Velodrome van Roubaix, voor anderhalve ronde onder het gebrul van duizenden fans. Daar ligt een van de meest felbegeerde trofeeën in het wielrennen op de renners te wachten: de kassei – rauw, massief, en vol betekenis. En voor de winnaar ook nog het gouden naamplaatje boven de beroemde douches van het stadion.
Als titelverdediger én topfavoriet staat Mathieu van der Poel zondag opnieuw aan de start van Parijs-Roubaix. Mocht de wereldkampioen erin slagen om ook deze editie te winnen, dan schrijft hij geschiedenis: drie overwinningen op rij in de meest mythische kasseienklassieker is een prestatie die enkel nog op naam staat van Octave Lapize (1909–1911) en Francesco Moser (1978–1980).
Het palmares van Van der Poel in Roubaix onderstreept zijn dominantie. In vier deelnames is hij nog nooit buiten de top tien geëindigd:
Het meesterschap van de Nederlander op het Noord-Franse plaveisel is onmiskenbaar. Van der Poel excelleert juist wanneer het zwaar wordt: hij combineert brute kracht met koersinzicht en het uithoudingsvermogen om de slopende koers te dragen — eigenschappen die van Parijs-Roubaix een persoonlijke speeltuin maken.
En toch... Afgelopen weekend in de Ronde van Vlaanderen vond hij zijn meerdere in een uitzinnige Tadej Pogacar. De Sloveen zette hem in Oudenaarde op achterstand, en met diens komst naar Roubaix krijgt Van der Poel er een nieuwe, misschien wel ultieme, uitdager bij.
De aanwezigheid van Tadej Pogacar zorgt dit jaar voor een zinderende laag mysterie in de Hel van het Noorden. Slechts een week na zijn demonstratie in de Ronde van Vlaanderen maakt de Sloveen zijn langverwachte debuut in Parijs-Roubaix, het meest brute Monument van allemaal.
Op papier is dit niet zijn koers. Het vlakke, meedogenloze parcours, bezaaid met bijna 54 kilometer kasseien, is al decennialang het domein van de robuuste hardrijders, niet van frêle klimmers. Maar Pogacar heeft al vaker getoond dat hij zich weinig aantrekt van conventionele wielerwetten.
De tweevoudige Tourwinnaar en regerend Flandrien heeft zijn klasse al bewezen in vrijwel elk type koers: hij won twee keer de Ronde van Vlaanderen, soleerde naar winst in Luik-Bastenaken-Luik, en reed in de Tour van 2022 zelfs op het Noord-Franse plaveisel alsof het hem op het lijf geschreven was. Tadej Pogacar is geen gewone klassementsrenner, hij is een uitzondering op elke regel.
Roubaix vormt desondanks een unieke uitdaging. Geen klim, geen col, geen finish bergop. Alleen stof, modder, brute kracht en pure overleving. En precies daarin schuilt het gevaar: als er één renner is die het onmogelijke geloofwaardig maakt, is het Pogacar wel.
Voor Wout van Aert is het seizoen 2025 tot nu toe een aaneenschakeling van frustraties. Zijn sterke vierde plaats in de Ronde van Vlaanderen markeerde zijn eerste grote resultaat van het jaar, maar na een 2024 dat gekenmerkt werd door blessures, is de Belg vastberaden om zijn status als een van de topklassiekerspecialisten opnieuw te bevestigen.
Parijs-Roubaix heeft Van Aert al zowel hoop als hartzeer gebracht. In 2022 eindigde hij als tweede, en vorig jaar was hij een van de sterkste renners totdat een wrede lekke band op de beruchte Carrefour de l'Arbre zijn droom om te winnen in de Velodrome van Roubaix de das omdeed.
De vorm die hij toonde in Vlaanderen, waar hij herhaaldelijk de aanvallen van zowel Pogacar als Van der Poel opving, suggereert dat de Belgische krachtpatser eindelijk weer in topvorm verkeert.
Hoewel de focus vooral op de grote drie ligt, is de concurrentie in Parijs-Roubaix dit jaar breder dan ooit. Filippo Ganna, Mads Pedersen, Stefan Küng en Jasper Stuyven behoren tot de gevaarlijkste outsiders die elke tactische fout van de favorieten kunnen afstraffen.
Ook het weer kan van invloed zijn op de koers. Hoewel er momenteel droge omstandigheden worden voorspeld, kan de wind zich in de loop van het weekend onverwacht draaien, wat mogelijk zijwind kan veroorzaken en de chaos van deze iconische klassieker nog verder vergroot.