Primož Roglic kijkt met kalme blik vooruit, deelt het kopmanschap bij
Red Bull - BORA - hansgrohe met Evenepoel, en zet mogelijk een punt achter zijn Tourdroom. Op zijn 35ste rijdt Primož Roglic allang niet meer als de klinisch perfecte klassementsrenner die ooit leek voorbestemd om elke rittenkoers te winnen waar hij aan de start stond. De Sloveen is veranderd – niet zachter, maar wel losser. Na tien seizoenen op WorldTour-niveau heeft hij zich verzoend met zijn tegenstrijdigheden. De man die jarenlang leefde op het scherp van de snede, lijkt nu vooral rust gevonden te hebben in het feit dat hij er nog ís.
“Ik zit nog altijd op de fiets, weet je,” zegt hij glimlachend tegen Cycling News in een gesprek aan het eind van het seizoen. “Mijn carrière heeft z’n ups en downs gehad, maar ik zou niets willen veranderen – zelfs de valpartijen niet. Wielrennen is zwaar, maar het leert je wie je bent. En wat écht telt.”
Dat evenwicht tussen lijden en acceptatie typeert Roglic anno 2025. Hij noemt de sport “mooi” juist vanwege de pijn. “De strijd helpt me met het leven.” En dat leven ging dit seizoen alle kanten op: een dominante zege in de Volta a Catalunya, een harde klap in de Giro d’Italia na een pijnlijke valpartij, en vervolgens een solide maar niet glanzende achtste plek in de
Tour de France. Toch kijkt hij tevreden terug. “Als het me niets meer zou doen, zat ik nu op Bora Bora, niet bij Red Bull - BORA - hansgrohe,” grapt hij. “Wielrennen is nog steeds mijn leven. Als je ’s ochtends gelukkig kunt zijn, heb je je eerste doel al bereikt.”
Het leiderschap delen
In 2026 staat Roglic voor een nieuw hoofdstuk. Voor het eerst sinds jaren hoeft hij niet alleen het gewicht van een heel team te dragen.
Remco Evenepoel is erbij gekomen — een nieuwe ster, een nieuwe dynamiek. Wat voor buitenstaanders voelt als een potentiële machtsstrijd, ziet Roglic als een welkome verlichting.
“Remco’s komst is goed. Het betekent dat ik niet alles meer op mijn schouders hoef te nemen,” zegt hij. “Misschien krijg ik wat meer vrijheid, wat meer rust.”
Van interne rivaliteit wil hij niets weten. “We hebben grotere tegenstanders om tegen te koersen – waarom zouden wij onderling strijden?” Hij doelt natuurlijk op Pogacar en Vingegaard, maar zijn echte focus ligt elders: teamharmonie. “Het gaat erom hoe we sámen beter worden. Remco is een geweldige renner met grote prestaties. Hopelijk kunnen we er allebei iets moois van maken.”
Dag per dag
Ook over zijn eigen toekomst blijft hij nuchter. Eerder dit jaar zei Roglic op een persmoment: “We’ll see, eh?” — wat direct tot speculaties over een afscheid leidde. Maar cryptisch was het niet bedoeld.
“Ik zei dat omdat ik niet te ver vooruit wil kijken,” legt hij uit. “We weten niet eens of we volgend jaar nog leven. Ik heb nog steeds een contract, dus normaal gesproken rijd ik gewoon. Ik leef van dag tot dag, blij dat ik er nog ben en nog steeds op de fiets zit.”
Een streep onder de Tour
Lang was de Tour de France zijn witte walvis. Het werd bijna wat obsessief: de val in 2021, het drama in 2020, de opgave in 2022. Maar in 2025 haalde hij Parijs — en dat bleek genoeg.
“De Tour voelde anders dit jaar, en dat maakte me gelukkig,” zegt hij. “Ik heb ooit bijna gewonnen, dus of je nu vijfde of tiende wordt… dat maakt niet uit. Maar ik had mooie momenten, reed sterk. Dat was voldoende. De finish op de Champs-Élysées? Die was mooi.”
Voor het eerst klinkt het alsof hij vrede heeft met zijn Tourverleden. “Ik kan er nu een streep onder zetten, zonder frustratie,” geeft hij toe. “Zolang je doet wat je leuk vindt, wil je blijven winnen, blijf je je best doen. Dat is nu hoe ik in de sport sta.”
Meer dan alleen uitslagen
Vijftien jaar geleden verruilde Roglic de skischans voor de haarspeldbochten van de Alpen. Inmiddels telt hij zijn prestaties niet meer alleen in podiumplaatsen. “Alles gebeurt met een reden,” zegt hij rustig. “Dus ik neem het zoals het komt, goed of slecht.”
Voor een renner die jarenlang gedefinieerd werd door controle en berekening, is die acceptatie misschien wel zijn grootste overwinning tot nu toe.