Met nog één week te gaan tot de start van de
Tour de France 2025, kijken we vooruit naar twee van de meest iconische figuren in het moderne wielrennen:
Wout van Aert en
Mathieu van der Poel. De rivalen die hun verhaal begonnen in het veld, hebben elk een heel eigen koers gereden in La Grande Boucle. Van Aert, de Belgische alleskunner, groeide uit tot onmisbare schakel in twee Tourzeges voor zijn ploeg en verzamelde een indrukwekkende reeks ritzeges. Van der Poel, de Nederlandse publiekslieveling, betoverde bij zijn debuut, maar stelde zich nadien vooral dienstbaar op.
Sinds zijn debuut in 2019 heeft Wout van Aert zich ontpopt tot een Tourfenomeen. Al in zijn eerste Tour maakte hij indruk met winst in de ploegentijdrit én zijn eerste individuele etappezege. Zijn veelbelovende eerste deelname eindigde abrupt na een zware val in de tijdrit, maar zijn naam was gemaakt.
In de jaren die volgden groeide zijn status met elke Tour. In 2020 pakte hij twee sprintzeges én hielp hij ploegmaat Primoz Roglic in de bergen. Maar het was 2021 dat Van Aert definitief als superster vestigde: overwinningen op de Mont Ventoux, in de tijdrit én in de massasprint op de Champs-Élysées maakten hem de eerste renner sinds Bernard Hinault die dat kunststukje klaarspeelde in één Tour.
Groene trui
In 2022 voegde hij daar de groene trui aan toe, won hij opnieuw etappes in uiteenlopende stijlen en was hij essentieel in de eindzege van Jonas Vingegaard. Etappe 18, waarin Van Aert zijn kopman op Hautacam als een locomotief bergop trok, staat in het collectieve geheugen gegrift. De Tour van 2023 leverde hem dan wel geen ritzege op, zijn waarde bleef onaantastbaar.
Toch is het opmerkelijk: sinds 2022 wacht Van Aert op een nieuwe Touretappezege. Kan hij in 2025 opnieuw toeslaan?
Van der Poel: van gele droom naar groene dienstbaarheid
Waar Van Aert jaar na jaar schitterde, kende Van der Poel een Tourcarrière met pieken en dalen. Zijn debuut in 2021 was magisch: winst op de Mûr-de-Bretagne en zes dagen in het geel. In die eerste week eerde hij zijn grootvader Raymond Poulidor, die zelf nooit geel droeg, met tranen in de ogen en armen in de lucht.
Na dat sprookjesbegin werd het echter stiller rond Van der Poel in de Tour. In 2022 stapte hij halverwege uit, in 2023 en 2024 stelde hij zich volledig in dienst van sprinter Jasper Philipsen. Die rol speelde hij met verve: Philipsen won rit na rit, met Van der Poel als onmisbare lead-out.
Toch blijft de vraag hangen: wanneer gaat Van der Poel weer voor eigen kans? Zijn vorm in het voorjaar — denk aan zijn dominante zeges in de klassiekers — toont dat hij nog altijd tot de besten behoort.
Waar kunnen ze schitteren in 2025?
Een paar etappes springen in het oog als potentiële slagvelden voor Van Aert en Van der Poel:
- Etappe 2 (Lauwin-Planque – Boulogne-sur-Mer): een klassiek puncherparcours met explosieve beklimmingen richting de finish. Hier zouden we een rechtstreeks duel kunnen zien, net als Van Aerts zegetocht in Calais in 2022.
- Etappe 6 (Bayeux – Vire Normandie): golvend terrein, ideaal voor een late aanval of een uitgedunde sprint. Beide renners komen hier in aanmerking.
- Etappe 7 (Saint-Malo – Mûr-de-Bretagne): terug naar het decor van Van der Poels Tourhoogtepunt in 2021. Een dubbele passage over de Mûr belooft spektakel. Als de klassementsrenners zich mengen, kan dit ook een clash met Pogacar of Vingegaard worden.
- Etappe 21 (Parijs – Champs-Élysées): een vernieuwde slotetappe via Montmartre en over de kasseien van de Champs-Élysées. Denk aan de Spelen van 2024, waar Evenepoel won en Van Aert en Van der Poel elkaar het vuur aan de schenen legden. Sprint? Ja. Maar met een twist.
Twee rivalen, één podium?
De Tour van 2025 belooft opnieuw een nieuw hoofdstuk in de rivaliteit tussen Van Aert en Van der Poel. De één zal mikken op revanche, de ander misschien op bevrijding. Of ze nu knechten, aanvallen of sprinten — hun aanwezigheid garandeert vuurwerk.
Laat ons weten: wie van de twee gaat deze zomer de show stelen?