Jean-René Bernaudeau heeft in zijn carrière alles gezien — van Laurent Jalabert tot Peter Sagan — maar wat hem vandaag zorgen baart, is niet een gebrek aan talent. Het is een gebrek aan geduld.
In een reflectief gesprek met Cyclism’Actu waarschuwt de teambaas van
TotalEnergies dat het wielrennen in zijn jacht op jonge sterren bezig is een hele generatie renners te verliezen.
“We kunnen een renner niet afschrijven op zijn 22ste”
De opkomst van
Jordan Jegat — tiende in de
Tour de France van 2025 — vormt voor Bernaudeau het bewijs dat rijping tijd kost. Terwijl de sport steeds jonger wordt, pleit hij voor een terugkeer naar ontwikkeling boven haast. “Wielrennen is altijd op zoek naar ‘zeldzame juweeltjes’, maar mensen moeten begrijpen dat kampioenen als
Paul Seixas uitzonderingen zijn,” zegt Bernaudeau. “Vandaag zijn er in Frankrijk vijftien ex-profs van 22 jaar oud — dat is tragisch.”
Bij TotalEnergies wijst hij op het succes van hun zogeheten 'dubbel project': jonge renners krijgen niet alleen een sportieve, maar ook een academische basis. “Jordan vertegenwoordigt hoop voor degenen die aan de kant zijn gezet,” zegt hij. “Uithoudingsvermogen bereikt zijn top pas tussen 25 en 30. We kunnen degenen die langzamer rijpen niet zomaar uitwissen.”
Amateurwielrennen op instorten
Naast Jegats voorbeeld spreekt Bernaudeau met zorg over de fundamenten van de Franse wielerpiramide. De basis, zegt hij, brokkelt af. “De piramide van het amateurwielrennen dreigt in te storten. Zonder clubs zijn er geen kampioenen,” waarschuwt hij. “In de Vendée hebben we geluk – sterke structuren, vrijwilligers, een cultuur. Maar dat is uitzonderlijk.”
Volgens Bernaudeau dreigt de meedogenloze professionalisering van de WorldTour de kloof te vergroten: meer geld aan de top, minder voeding van onderaf.
“De sport wordt topzwaar,” zegt hij. “Dat is gevaarlijk.”
Collectieve waarden boven sterrenstatus
Toch blijft hij trouw aan zijn filosofie: bouwen op groep en karakter, niet op sterren. “We zetten nooit alles in op één man,” zegt hij. “De aanvoerders, degenen die niet de roem of het geld krijgen, zijn onze steunpilaren.”
De opkomst van Jegat en de constante progressie van Emilien Jeanniere tonen volgens hem dat die aanpak nog steeds werkt — geduld, structuur, menselijke maat.
Een toekomst zonder TotalEnergies
Nu het Franse energiebedrijf zijn sponsoring eind 2026 beëindigt, werkt Bernaudeau achter de schermen aan de toekomst van zijn ploeg “Onderhandelingen worden in stilte gevoerd,” zegt hij. “Als er iets te melden is, zal ik het melden. Maar het project gaat door.”
Zijn woorden klinken als een belofte, niet als een afscheid. Voorlopig blijft hij bouwen met wat hij altijd het belangrijkst vond: mensen. “Als je wint, lees je anderen niet de les,” besluit hij. “En als je tweede wordt, houd je de hoop levend. Als we volgend jaar de mensen hebben geëerd die overwinningen mogelijk maken, dan is dat al succes genoeg.”