oor Bram Welten betekende zijn zege in de junioreneditie van Parijs-Roubaix in 2015 misschien wel het absolute hoogtepunt van zijn carrière. Maar in diezelfde koers, ver achterin het peloton, eindigde op plaats 30 een onopvallende Sloveense tiener. Tien jaar later staat diezelfde renner, Tadej Pogačar, aan de start van de eliteversie als topfavoriet. Een naam die in 2015 nog geen enkele bel deed rinkelen.
“Ik was op die leeftijd misschien net iets volwassener,” blikt Welten met een glimlach terug in gesprek met WielerFlits. Hij herinnert zich die editie nog goed. “Pogačar kon toen zijn kracht ook minder benutten. Je mocht bij de junioren slechts met een 52x14 rijden, en dat maakte het tempo, zeker op de kasseien, beduidend lager.”
In 2016 zette Pogačar al een stap vooruit. Hij werd dertiende, in een achtervolgende groep die een halve minuut na winnaar Jarno Mobach voor de zevende plaats sprintte. Ook Mobach kan zich die editie nog goed voor de geest halen. “Ik kende hem wel, maar hij viel toen totaal niet op. We zaten een beetje op hetzelfde niveau, al reed ik dat jaar sterker,” vertelt Mobach, inmiddels met wielerpensioen.
Op dat moment ging de aandacht vooral uit naar een andere Sloveen: Jaka Primožič, destijds een van de toonaangevende junioren. “Pogačar had toen een landgenoot, Primožič, die veel constanter was. Pas in zijn tweede jaar bij de beloften is hij echt opengebloeid. Toen hij in 2018 de Tour de l’Avenir won, ging het plots razendsnel.”
Nu, tien jaar na die anonieme 30e plek, keert Pogačar als wereldkampioen terug naar het noorden van Frankrijk. En bij oud-junioren als Welten leeft die symboliek sterk. “Het is natuurlijk totaal anders dan bij de junioren,” lacht Welten. “Ik heb Roubaix intussen vijf keer bij de profs gereden. Iedereen zegt altijd dat het na het Bos van Wallers pas écht begint, maar in werkelijkheid wordt de koers al voor zeventig procent ervoor beslist.”
Die ervaring maakt voor Welten het verschil. "Als je in een goede positie uit het Bos komt, ben je al halfweg een goed resultaat. Dat leer je pas na meerdere deelnames.”
En over Pogačars kansen is hij duidelijk: “Die zijn enorm. Ik verwacht dat hij vroeg in de koers al positie zal kiezen. Hij houdt er niet van om in het gedrum te zitten. Hij hoort absoluut bij de topfavorieten.”
Toch koestert Welten de herinneringen aan die juniorenzege in 2015. “Wat Pogačar ook wint, ze pakken ons die overwinning van toen niet meer af.”