Aanstaande zondag staat de
WK wegwedstrijd voor de deur, en het belooft een onvergetelijke strijd te worden. Het parcours in Zürich is niet zwaar genoeg om de pure klimmers te bevoordelen, maar wel uitdagend genoeg om voor een belangrijke schifting te zorgen. In plaats van zich te richten op het neutraliseren van
Tadej Pogacar en
Mathieu van der Poel, kiest België ervoor om hun eigen renners slim in te zetten en hun krachten optimaal te benutten.
"Het is een parcours dat je niet mag onderschatten, maar zeker ook niet hoeft te overschatten", zegt de Belgische bondscoach
Sven Vanthourenhout in een interview met Het Laatste Nieuws. "Het is een WK-circuit dat we niet vaak hebben gezien de laatste jaren. Een stevig hoogteprofiel zonder veel bochten. Op dit parcours kan je lange, constante wattages trappen en dan kom je uit bij heel wat renners die kandidaat-winnaar zijn."
De beklimmingen zijn kort en niet al te steil, wat betekent dat zowel klassieke specialisten als klimmers mee moeten kunnen.
Remco Evenepoel vormt een ideale combinatie van beide. Met renners als Tim Wellens, Tiesj Benoot en Maxim van Gils beschikt België bovendien over voldoende kwaliteit om aanvallend te rijden en de koers te controleren.
"Een plan-Pogacar of -Van der Poel heb ik niet", legt Vanthourenhout uit. "Uiteraard zullen Tadej en Mathieu lastige klanten zijn, maar een plan smeden tegen één of bepaalde renners is heel gevaarlijk. Dat veel renners mee zullen spelen, zal de koers alleen maar interessanter maken." Dit biedt kansen voor België, hoewel Evenepoel waarschijnlijk niet veel ruimte krijgt. Pogacar zal de wereldkampioen tijdrijden nauwlettend in de gaten houden, omdat het peloton zich bewust is van het gevaar als hij solo wegrijdt.
"Remco kan ook voor de volle honderd procent op zijn ploeg rekenen. We zullen dus, net zoals op de Olympische Spelen, uitgaan van onze eigen sterkte. We zijn opnieuw met een collectief sterke ploeg hier en dat geeft vertrouwen", besluit Vanthourenhout.