Soren Waerenskjold over de start van Alexander Kristoff in de Tour de France: "Ik wil degenen meenemen die kunnen presteren"

Een lekke band hield Søren Wærenskjold niet uit de uitslag van de openingsrit van het Critérium du Dauphiné, maar de Noorse hardrijder maakt zich geen zorgen. De renner van Uno-X Mobility mikt deze zomer op meer dan zomaar een deelname aan de Tour de France. Zijn ambities reiken verder.

“Ja,” antwoordt de 25-jarige zonder aarzelen op de vraag van TV 2 Sport of hij zichzelf klaar acht voor het kopmanschap in de Tour. “Ik hoop dat ik in de Dauphiné de bevestiging krijg dat ik de snelheid heb. Die wedstrijden kunnen me het vertrouwen geven dat ik nodig heb.”

Toch is het nog niet zeker dat Wærenskjold de vrije rol krijgt waarop hij aast. Binnen Uno-X zijn de belangen verdeeld, en clubicoon Alexander Kristoff aast op een laatste kunststukje in zijn vermoedelijke afscheidsjaar. “Wat mij betreft mag hij mee,” blijft Wærenskjold diplomatiek. “Maar hij gaat met pensioen, dus misschien denkt het team wel: laat de gepensioneerden thuis,” zegt hij met een knipoog.

De balans tussen ervaring en ambitie lijkt een delicaat evenwicht binnen de Noorse ploeg. “Degenen die het verdienen, moeten mee. Als hij (Kristoff) laat zien dat hij in vorm is, neem ik hem graag mee. Ik wil de sterksten om me heen.”

Een opvallende suggestie komt daarbij ter sprake: Kristoff als lead-out voor zijn jongere landgenoot. “We hebben het nog niet vaak geprobeerd, maar ik denk dat hij het kan. Hij is taai – en de meeste sprinters zijn goed in optrekken,” analyseert Wærenskjold.

Uno-X test deze week overigens ook een potentieel geheim wapen. Stian Fredheim rijdt de Dauphiné in een ondersteunende rol. “Ze willen kijken hoe hij fysiek standhoudt. De Dauphiné is de Tour niet, maar als hij hier goed doorkomt, kan hij makkelijk twee weken meedraaien in juli,” aldus Wærenskjold.

De komende dagen in Frankrijk worden dus cruciaal. Niet alleen als voorbereiding op de Tour, maar ook als selectiemoment voor de rolverdeling binnen Uno-X. Eén ding is zeker: Søren Wærenskjold is klaar om zijn plaats op te eisen.