Na maandenlange speculatie kwam eerder deze week de officiële bevestiging vanuit UAE Team Emirates – XRG: Tadej Pogačar zal in 2025 voor het eerst in zijn carrière deelnemen aan Parijs-Roubaix. De regerend Tour de France-winnaar op de legendarische kasseien? Het vooruitzicht zet de wielerwereld in vuur en vlam. Toch is er één grootheid uit het verleden die de hype maar moeilijk begrijpt.
"Ik vind het allemaal heel normaal," zegt Roger De Vlaeminck, de inmiddels 77-jarige Belgische wielerlegende en viervoudig winnaar van ‘De Hel van het Noorden’ in de jaren ’70. De beslissing van Pogačar om de E3 Saxo Classic en Gent-Wevelgem te laten schieten om zich volledig op Parijs-Roubaix te richten, is voor De Vlaeminck slechts een teken van hoezeer het moderne wielrennen verschilt van zijn eigen tijdperk.
"In onze tijd deden we overal aan mee," stelt De Vlaeminck in gesprek met Sporza. "Ik reed minstens 120 wedstrijden per jaar, inclusief vijftien cyclocrossen en een paar zesdaagses. Ik heb zes keer Tirreno-Adriatico gewonnen en drie keer Milano-Sanremo. Waarom zou dat nu niet meer kunnen? Zijn renners bang om te snel op te branden? Ben ík soms opgebrand?"
De Vlaeminck windt zich zichtbaar op over de verschillen tussen toen en nu. Volgens hem ligt de oorzaak van de beperkte wedstrijdprogramma’s niet bij de renners zelf, maar bij hun entourage. "De renners maken die keuzes niet, dat doen hun bazen. Wij moesten alles rijden. Kun je in deze tijd 512 koersen winnen, zoals ik? Natuurlijk niet, als je er maar 400 rijdt."
Ook het huidige financiële plaatje zit hem dwars. "Ze verdienen nu veel meer, maar zeggen dat het te zwaar is. Vroeger moesten we veel koersen rijden om ons geld te verdienen. Soms word ik daar ziek van."
Als voorbeeld haalt De Vlaeminck de recente editie van Milaan-Sanremo aan. "Mathieu van der Poel wint, maar hij zat toch 250 kilometer gewoon in het peloton? En Filippo Ganna werd drie keer gelost en kwam telkens terug omdat het tempo niet hoog genoeg lag. Tegenwoordig is Ganna de enige Italiaan op topniveau, en hij is niet eens een superheld. In mijn tijd had je er tien."
De laatste jaren wordt Pogačar vaak vergeleken met Eddy Merckx, maar volgens De Vlaeminck is dat onterecht. "Man, ik weet hoe snel Eddy kon rijden," zegt hij stellig. "Ik heb vaak met angst in mijn lijf achter hem gereden."
Kortom, volgens De Vlaeminck is de wielersport veranderd – en niet per se ten goede. Of Pogačar dat met een klinkende overwinning in de Hel van het Noorden kan weerleggen, zal volgende maand blijken.