Het programma van
Remco Evenepoel wordt de komende dagen bepaald na de routepresentatie van de Giro d’Italia. Met de keuze om wel of niet de Corsa Rosa te rijden, komt ook de keuze om op de voorjaarsklassiekers te mikken en te debuteren in koersen als Milano-Sanremo en de
Ronde van Vlaanderen, waar hij kan presteren.
Johan Bruyneel vindt dat echter een grote vergissing en een enorm risico met weinig rendement.
“Je kunt de Ronde van Vlaanderen én de Giro doen,” betoogde Bruyneel in The Move-podcast. Toch verkiest hij de klassieke aanloop via de Ardennen richting de Giro als Evenepoel daarvoor kiest. “Het is voor mij moeilijk om Remco Flèche Wallonne en Luik-Bastenaken-Luik te zien laten schieten, die liggen dichter bij de Giro. Dat las ik ook, Spencer (dat
Evenepoel mogelijk de Ronde van Vlaanderen zou rijden, red.), ik ben absoluut geen fan van dat idee.”
Bruyneel gelooft niet in serieuze winstkansen en vindt het risico daarom niet te rechtvaardigen. “Ronde van Vlaanderen… Remco is geen Pogacar. De Ronde is zo’n specifieke koers, ik zie er geen voordeel in, er zijn veel risico’s. Remco is per definitie niet de beste in positie kiezen, en als er één koers is waar positionering alles is – zelfs als je er woont – als je ‘m nooit gereden hebt, vergeet het maar.” Bruyneel spreekt ook uit ervaring, want hij woonde in het gebied waar de koers verreden wordt.
“Ik woonde onderaan de Bosberg, ik heb de Ronde van Vlaanderen één keer gereden in mijn eerste profjaar en zei: ‘oké, ik kom nooit meer terug naar die gekke koers’, en ik heb ‘m ook nooit meer gereden.” Ik weet niet wat het Remco zou opleveren, natuurlijk vinden de fans het geweldig in België, maar ik zie hem niet in positie om echt een rol te spelen. En als dat niet zo is, waarom zou je het doen? Het zijn gewoon onnodige risico’s.”
De technisch moeilijkste koers?
Evenepoel kan echter zeker presteren in Vlaanderen, want hij excelleert op korte hellingen. De koers is de laatste jaren bovendien minder tactisch geworden door de dominantie van Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar, die vaak met kop en schouders boven de rest uitsteken en bergop gemakkelijk het verschil maken.
Spencer Martin benadrukt de technische dimensie van de koers, mogelijk zelfs nog belangrijker dan in Parijs-Roubaix wat betreft positionering. “Als fan vind ik het wel wat hebben. Je hebt een goed punt: het vergt veel vaardigheid, het is waarschijnlijk de zwaarste koers qua skills omdat je voortdurend moet weten waar je naartoe gaat,” stelt hij.
“Maar kan hij vroeg wegrijden, en omdat hij zo aero is vooruitblijven en winnen? De laatste twee hellingen zijn zo traag dat hij… het is moeilijk voor te stellen dat hij voor die mannen uit blijft.” De hellingen liggen Evenepoel, en als de koers vroeg genoeg openbreekt, kan hij zeker meedoen om de winst.
“Het is een gerucht, het is niet bevestigd. Als ik ploegleider of manager was, zou ik er sterk tegen adviseren, omdat het het risico niet waard is,” benadrukt Bruyneel. “Laten we niet vergeten dat Remco voortdurend terugkomt van pech. Eerst zijn val in Lombardije (2020, red.), een enorme klap toen hij van die brug viel. Dan zijn val in het Baskenland, gebroken sleutelbeen, ribben, noem maar op…”
“Echt heel moeilijk om van terug te komen en afgelopen winter weer een ongeval met een auto. Hij heeft er geen nog een nodig, en hem in de omgeving van de Ronde van Vlaanderen zetten… Ze zullen me ouderwets en te conservatief noemen, maar als ik degene was die hem advies moest geven – en misschien zou hij niet luisteren, waarschijnlijk niet – dan vind ik dit, als het wordt bevestigd, een slecht idee,” besloot hij.