Niamh Fisher-Black is al enkele jaren een zeer actieve renster in het vrouwenpeloton, maar zette dit jaar bij
Lidl-Trek een stap omhoog dankzij meer vrijheid en leiderschap na haar vertrek bij Team SD Worx - ProTime. Enkele media, waaronder WielrennenUpToDate, vroegen de Nieuw-Zeelandse wat er in 2025 is veranderd en waarnaar uit te kijken in 2026.
De Nieuw-Zeelandse oogde zichtbaar nerveus in de conferentieruimte van het teamhotel in Dénia, een mix van een gereserveerd karakter en haar recente doorbraak naar de absolute top. De 25-jarige, voormalig ritwinnares in de Giro Donne, is het spotlicht niet vreemd, maar komend seizoen is ze mogelijk de belangrijkste pion binnen de Duitse ploeg.
Deze zomer reed ze naar een knappe vijfde plaats in de Tour de France Femmes, na twee sterke slotbergetappes waarin ze flink in het klassement opschoof en tussen de besten eindigde. Ze stond ook in de top 10 van Strade Bianche Donne, de Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik, de Vuelta Femenina en de Tour de Suisse. Het was een bijzonder constant jaar, waarin ze leerde hoe je een kopvrouw bent.
In september was ze dicht bij opnieuw een doorbraak. Op het enerverende WK in Kigali verraste een vroege aanvallersgroep de topfavorieten. Fisher-Black voelde dat ze op de klimmen de sterkste was in de groep, maar legde uit waarom ze gelooft dat ze door Magdeleine Vallieres werd verslagen.
Op het WK werd je tweede, als onderdeel van een onverwachte aanval. De topfavorieten werden wat achtergelaten. Had je op enig moment het idee dat je in Rwanda de wereldtitel kon pakken?
Ja, dat heb ik me zeker voorgesteld. Eigenlijk voelde ik dat ik op de klimmen de sterkste was. Ik was best zelfverzekerd, maar er was er één sterker dan ik.
Als je in de groep sterker was op de klimmen, wat ging er dan mis? Hoe kreeg Vallieres je eronder?
Ja, ze koos precies de plek waar zij waarschijnlijk beter was dan ik, en dat was super… Ik bedoel, dat moest ze doen. Ze was sterker op de kasseien. Dat is voor mij lastig, omdat ik zo’n kleine, lichte renster ben. En ik kon gewoon niet… Op dat moment kon ik niet met haar meegaan. Dat is het probleem, ja.
Toch was het een soort doorbraakjaar in de Tour de France. Je reed daar ook erg sterk. Denk je dat je dat dit jaar al kunt verbeteren?
Ja, absoluut. Als ik terugkijk, dan ben ik meer… Los van mijn prestaties ben ik trots op hoe ik dit jaar in mijn rol ben gegroeid en mijn vertrouwen als renster. Als ik dat kan doortrekken naar de volgende koersen, motiveert me dat enorm. Ik hoop dus volgend jaar weer een stap te zetten.
Ik herinner me dat we in de mixed zone stonden na de wegrit op het WK. Nog even terug naar die koers. Ik vroeg je of je teleurgesteld of blij was met het resultaat. Je zei toen: ‘Ik kan die vraag niet echt beantwoorden’. Wat is nu je gevoel bij die zilveren medaille? Is het een winst of een verlies?
Het is geen verlies. Ja, er zit altijd een steek van teleurstelling als ik eraan denk. Maar bij zo’n koers hoort dat ook. Achteraf kan ik terugkijken en denken: ja… Op die dag, zelfs al had ik vertrouwen na mijn seizoen en vorm, had ik eigenlijk niet verwacht dat ik in die positie zou zitten. En daarom koerste ik zoals ik deed. Ik reed alsof ik niets te verliezen had, omdat ik niet dacht dat ik alle puzzelstukjes had om het af te maken. Als het die dag een normale koers was geweest. Dus ik kan ook terugkijken en denken: het was ook een mooie positie om in te zitten.
Wat is er dit jaar veranderd waardoor je die stap hebt gezet qua resultaten? Want dit verwachtten we al jaren, toch? Dit jaar viel alles op zijn plek. Wat veranderde er, behalve de teamnaam?
Ja, ik moet zeggen… Er was ook iets dat ik aan mijn kant moest veranderen. Mijn karakter, en het vertrouwen dat ik in mezelf had als renster. Het verschil tussen een toprenster in het peloton en een winnares is zó klein. Het zit in de details. Ik zou bijna zeggen dat ik dit jaar een beetje ben volwassen geworden. En ik groeide in die grote verandering naar een nieuw team.
Het opende mijn ogen voor nieuwe persoonlijkheden en een nieuw geloof in mij vanuit het team. En ik hou van wie ze me hebben geholpen te worden, denk ik. Ze gaven me een ander perspectief op koersen en maakten het me misschien wat makkelijker. Meer zelfvertrouwen, denk ik. Ook de meiden in de ploeg hebben geduld met me gehad. Ik kwam duidelijk niet binnen als natuurlijke leidster. Ik ben over het algemeen best gereserveerd. Dus ik moest uit mijn comfortzone stappen. Naar koersen gaan met het team dat zegt: “oké, we rijden vandaag voor Niamh”, en dan heb ik supersterke rensters achter me. Dan is het ook aan mij om die rol waar te maken. Maar ja, ik ben ook trots op de stap die ik dit jaar heb gezet. En dat nog los van de rest.
Het klinkt alsof het soms wel erg makkelijk was om bij SD Worx in de schaduw van de kopvrouwen te blijven. Voelt dat comfortabel voor je?
Ja, dat zou je kunnen zeggen. Maar uiteindelijk moest die volgende stap altijd van mijzelf komen. En ja, misschien was juist die verandering precies wat ik op dat moment in mijn carrière nodig had. Het dwong me uit mijn comfortzone te stappen.
Voel je je nu meer een leidster? Geniet je daarvan of zijn er kanten aan die rol die je niet liggen of die je verrast hebben?
Ik zou zeggen dat ik nog veel beter kan. Ik moet nog steeds stappen zetten. Maar zeker, ik ben nu zelfverzekerder dat ik met de besten kan strijden en dat ik daar thuis hoor. Dat geeft een goed gevoel. En wat ik kan doen, is dat laten zien. Het koersen en trainen is ook anders, ja.
Was er een specifiek moment in het seizoen waarop dat vertrouwen groeide? Of zie je het eerder als iets dat duidelijk werd toen je op het jaar terugkeek?
Het kostte zeker tijd. Ik voelde het komen en dan heb je een terugslag en val je snel terug in oude patronen. Daar heeft het team me echt in geholpen. Ze trokken me even apart en zeiden: we kijken wat we beter kunnen doen. Van daaruit ben ik stap voor stap verbeterd. De Tour was een hobbelige week voor ons allemaal, voor de hele ploeg. Het was heel mooi hoe we het in de laatste dagen wisten om te draaien. Dat had veel impact op mij, zien wat er kan als je gewoon koers maakt. Het was vorig jaar sowieso een andere dynamiek. Er vertrokken grote namen en het was een overgangsjaar.
Mensen stippen dat vaak aan. Je kwam uit een ploeg met veel leidsters. Maakte dat het makkelijker om je plek te vinden in een team in beweging? Of juist lastiger omdat er minder duidelijke referenties waren?
Ja en nee. Het was voor dit team lastig omdat het zo’n overgangsjaar was. Mensen vergeten snel dat dit een teamsport is. Een ploeg bouwen kost tijd. We wisten dat we dat niet meteen zouden hebben. Maar zoals je zegt, het was verfrissend om in een ploeg te komen zonder vaste hiërarchie of een vooraf aangewezen kopvrouw. We konden dat samen invullen en de balans zoeken. Dat maakte mijn overstap in zekere zin makkelijker. Ik heb niets om het mee te vergelijken, maar voor mij was het een fijne verandering.
Denk je dat volgend jaar ook nog een overgangsjaar wordt? Nu Lizzie [Deignan] stopt, blijft die flux misschien nog een jaar doorlopen.
Zeker. Het wordt opnieuw een grote verandering zonder Ellen [van Dijk] en zonder Lizzie. Zij waren twee sterke pijlers in de ploeg. Maar ik ben er vrij zeker van dat we genoeg kwaliteit hebben om het komend jaar in te vullen. En om die teamcohesie vast te houden. De nieuwe rensters passen ook nu al goed in de groep. Ik denk dat we vooral verder zullen doorgroeien. We gaan niet terug naar af. Het wordt steeds beter.
Verwacht je volgend jaar terug te keren naar de Tour? En wat vind je van het parcours?
Ik hoop terug te gaan naar de Tour. Mijn programma ligt nog niet vast. Wat ik van het parcours heb gezien, spreekt me erg aan. De tijdrit is een extra uitdaging. Het is een kans om me verder te ontwikkelen en te zien wat ik kan. We zullen zien hoe het past binnen de ploegdoelen. Maar natuurlijk wil ik er graag bij zijn. Het is een geweldige koers.
Is er al gesproken over je volledige wedstrijdprogramma?
Een beetje, vooral over het seizoensbegin. Ik ga er morgen met de ploeg verder over zitten. Ik start niet in Down Under. Ik begin iets later dit jaar. Misschien UAE of zo.
Je had vanzelfsprekend een beeld van de ploeg voordat je tekende. Wat heeft je het meest verrast in je eerste jaar bij de ploeg? Wat viel je op toen je eenmaal binnen was?
Het was echt anders dan bij mijn vorige ploeg. Een veel grotere groep en organisatie. En de professionaliteit is, denk ik, het hoogste niveau dat je kunt krijgen. Soms dacht ik echt dat ik alle steun die ik hier krijg niet verdien. Dat heeft me dit jaar het meest geraakt. In het begin legde ik mezelf veel druk op, omdat ik dacht: ik moet iets terugdoen voor deze ploeg. Maar ik besefte dat we dit samen doen. En dat die druk niemand helpt. Natuurlijk wil ik de ploeg op een dag iets teruggeven. Wat ze voor ons doen is geweldig.
Je noemde je eerdere gebrek aan vertrouwen. Wie hielp je inzien dat je dit verdient? Is er één persoon of vooral de sportdirecteurs?
Ik kan geen één persoon noemen. De sportdirecteurs staan het dichtst bij, zeker. Maar net zo goed mijn ploeggenotes. Uiteindelijk kijk ik het meest naar hen. Zij inspireren me. Het zijn stuk voor stuk sterke rensters. Als zij geloven dat ik iets kan en dat op de weg zien, dan betekent dat het meest voor mij.
Hierover wordt je vast vaak bevraagd. Ik sprak je broer (Finn Fisher-Black, red.) in de Tour de Pologne. Hij zei dat hij geïnspireerd raakte door jou op tv. Hoe vaak praten jullie over wat er speelt? Is dat constant contact, of juist sporadisch? Hoe werkt dat als twee profs?
Wij zijn daarin best close. Topsport is in de realiteit niet makkelijk. Er zijn pieken en dalen, dat weten we allebei. We wonen ook allebei in het buitenland. Hij is mijn belangrijkste sparringpartner voor advies. En ik hoop dat hij hetzelfde over mij zegt. Ik hecht veel waarde aan wat mijn broer zegt, zeker over wielrennen. Eigenlijk vraag ik hem over de meeste dingen om raad. Het is fijn om hem te hebben.