December levert altijd een stortvloed aan nieuws op over de programma’s en doelen van toprenners voor het seizoen 2026. Bij
UAE Team Emirates - XRG speelde zich een interessant verhaal af rond de Giro d’Italia en een mysterieuze renner. João Almeida zou als kopman naar de Italiaanse Grote Ronde gaan, maar wie krijgt hij naast zich?
Elk jaar in december verandert de Costa Blanca in Spanje in een hotspot voor het wielerweb. Ploegen, renners, staf, journalisten en zo’n beetje iedereen die professioneel bij de sport betrokken is, komt samen in een kleine regio op het Iberisch schiereiland die bekendstaat om zon, rustige wegen en fraaie uitzichten.
Zo stapte ik, zoals sinds vorig december gebruikelijk, op 11 december op het vliegtuig naar Valencia, net op tijd voor de presentatie van Movistar Team. Prachtig, een mooie show, maar zodra het serieus wordt – met renners praten, ‘de primeur’ scoren – was het werk ronduit chaotisch.
Voor de fans was het geweldig. Enric Mas en Cian Uijtdebroeks liepen door de gangen van de Ciudad de las Artes y las Ciencias in Valencia, terwijl kinderen en supporters hun week hoogtepunt beleefden met een foto en handtekening.
Voor wie de renners wilde spreken, was het lastiger. Maar nog steeds een mooie ervaring. Op vrijdag was de ‘reunion room’-marathon van Lidl-Trek het complete tegenovergestelde. Vier uur in een klein zaaltje, waar elke 30 minuten iemand gekscherend wees op de niet te negeren zweetlucht. “Dat krijg je als je 15 mannen in een afgesloten ruimte stopt”, grapte Mads Pedersen.
Dat aantal leek in de loop van de middag te krimpen, terwijl het aantal journalisten slonk. Sommigen spraken buiten met renners, anderen vertrokken. Uiteindelijk bleven alleen ik en Cyclism’Actu’s Titouan Labourie over, klaar om met Tao Geoghegan Hart te praten, de laatste op het schema, maar uiteindelijk kregen we geen kans.
Deel 1: Benidorm
Fast forward naar zaterdag 13 december. De ‘grote dag’, met de miljoenenopstelling van UAE Team Emirates - XRG net buiten de toeristische badplaats Benidorm. Tadej Pogacar, João Almeida, Isaac del Toro, en nog zo’n twee dozijn renners die in 2025 in de schijnwerpers stonden en bijdroegen aan het rekord van 97 zeges. Indrukwekkend, dus geen verrassing dat de opkomst enorm was.
Wanneer de lastig te regisseren reeks persconferenties en interviewrondjes losbarst, stapt João Almeida om 14:45 uur als eerste op het podium om zijn doelen, ambities, programma voor 2026 en alles wat relevant is te bespreken. Daniel Benson trapt af met een directe vraag over het programma van de Portugees. Almeida antwoordt prompt en verklapt verrassend dat hij in 2026 zowel de Giro d’Italia als de Vuelta a España rijdt.
Geen Tour de France, ondanks zijn vriendschap met Tadej Pogacar. Almeida krijgt de kopmansrol in de Corsa Rosa, de koers waarin hij twee jaar geleden op het podium van een Grote Ronde eindigde, en waarvan zijn zege op Monte Bondone nog altijd levendig op mijn netvlies staat.
Deel 2: De Giro d'Italia
Wanneer Almeida wegloopt van de komisch grote tafel voor hem, lopen Eurosport/TopCycling’s Gonçalo Moreira en ik met hem mee naar een rustig hoekje om hem in het Portugees te spreken. Even later komt perschef George Poole naar me toe en zegt, in zijn altijd vriendelijke stijl, dat Rui Oliveira in de andere ruimte is en dat ik daar de ruimte heb om met hem te praten.
Het gesprek met Rui volgt. Halverwege komt zijn tweelingbroer Ivo erbij, al zijn de twee nu veel makkelijker uit elkaar te houden dan bij hun entree in de ploeg. Luchtige gesprekken monden uit in een flinke tijd in de bar.
Daarna – na António Morgado, maar daar kom ik op terug – terug in de hoofdzaal is de persconferentie van Isaac del Toro net afgelopen. Curieus genoeg slechts enkele minuten eerder. En terwijl ik in de kamer naast die van de Mexicaan zat, had ik geen idee dat hij zijn programma onthulde, inclusief een Tour de France-debuut en zijn volledige kalender voor de lente en zomer van 2026.
Toen ik het hoorde, wisten tienduizenden mensen op X (voorheen Twitter, ja dat moet je blijkbaar nog steeds zo schrijven) het al en discussieerden erover. Een interessant aspect van deze ‘nieuwe media’. Ik maak er deel van uit, denk ik, maar vandaag was een nuttige reminder hoe traditionele media en ervaren journalisten zich moeten voelen.
Natuurlijk was Del Toro’s Tour-deelname mij bekend. Hoewel Almeida tijdens de persconferentie niet wilde zeggen waar zijn ploegmaat zou rijden toen ik het vroeg, was het antwoord duidelijk, en in een meer privé-setting bevestigde hij het. Part of the game. Ik begrijp heel goed dat renners professioneel moeten blijven en niet namens ploeggenoten spreken.
Dan komt António Morgado langs. Een ander type dan de Oliveira-tweeling – vooral Ivo, meer gereserveerd – maar enorm getalenteerd en ook zelfverzekerd over wat hij in 2026 kan neerzetten. Hij gaat trainen met Javier Sola, de coach van Tadej Pogacar. Dat is wellicht een hint wat we mogen verwachten.
Tijdens het gesprek met de ongelooflijk getalenteerde youngster vertelde hij mij en Gonçalo dat hij de Giro d’Italia zou rijden, zijn eerste Grote Ronde. Groot nieuws, uiteraard. En hij zou rijden met Almeida. Hij deelde dat Adam Yates op de lijst stond, Jan Christen, Igor Arrieta en ook Florian Vermeersch.
Deel 3: De Jacht
In de jacht op ‘de primeur’, wetende via ProCyclingStats, sociale media en collega’s dat de Giro-selectie nog niet publiek was, begon ik aan een zoektocht naar de twee ontbrekende namen. Een beetje het lot van een jonge, ambitieuze schrijver die zich wil bewijzen, denk ik. Maar het interesseert me oprecht, en het is misschien wel de brandende vraag telkens ik met een renner begin te praten.
Wat volgde, tussen talloze gesprekken en boeiende momenten, was een urenlange speurtocht naar wie die twee renners waren. Op een bepaald moment kruiste ik toevallig Jay Vine, aan wie ik het vroeg. Jay bevestigde het: hij stond erbij.
We hebben zeven renners. Nog één naam en ik kan een stuk brengen waar ik erg trots op ben, met volledig exclusieve informatie waar collega’s met decennialange ervaring en contacten waar ik alleen maar van kan dromen, niet aan waren geraakt.
Ik sprak met veel gerenommeerde journalisten… Daniel Benson, Chris Marshall-Bell, Stefano Rizzato… Namen uit de top van ons vak met wie ik me niet kan meten. Zij wisten het ook niet. De eerdergenoemde Moreira, Gustav Volstrup en Titouan Labourie maakten allemaal deel uit van mijn hardnekkige rondvraag.
George Poole natuurlijk, en Luke Maguire, die ‘de show leidde’, konden het mij niet vertellen. Joxean Matxin wilde de privacy van de renners respecteren en niet degene zijn die het mij onthulde. Begrijpelijk. Dus sprak ik met de renners… Jan Christen was er nog een die ik tegen het lijf liep en vroeg, maar ook hij wist het niet.
Samen met Titouan maakte ik een lijst en daarna een shortlist. Informatie van ons beiden, plus wat publiek bekend is, bracht het terug tot drie namen: Felix Grosschartner, Brandon McNulty en Kevin Vermaerke. Filippo Baroncini en Rune Herregodts stonden er ook op, maar voor beiden waren er stevige bedenkingen, bij minstens één van ons.
We konden bevestigen dat Domen Novak het niet is, Mikkel Bjerg niet… Juan Sebastián Molano, Rui Oliveira, Ivo Oliveira, Benoît Cosnefroy en Pavel Sivakov zijn renners die in theorie zouden kunnen gaan, maar het niet doen. Dat weten we zeker.
Morgado’s woorden zetten een verhaal in gang dat ik niet gepland had tijdens een vijf uur durende sessie in een luxehotel. @Imago
Deel 4: Het Resultaat
De brandende vraag bleef. In feite kan ze nog beantwoord worden, maar waarschijnlijk niet op tijd om ‘de primeur’ te halen. Ach, dat beetje exclusieve informatie dat een werkweek kan maken of breken. In mijn concepten bleef een artikel achter dat voor 99% af was, maar dat ik niet kon afronden omdat ik 1 (één naam) miste. Twee woorden. Teleurstellend? Ja.
Einde van het verhaal? Nee.
Aanvankelijk leek dat het einde, tot de laatste naam bekend zou worden. Kan die überhaupt bekend worden? Is er zelfs al een achtste renner beslist? Ik kan het niet beantwoorden, en niemand die ik vroeg kon dat wel.
Misschien is die er niet en was het een zinloze zoektocht. Maar dat hoort bij wat ik doe, en als zo’n achtervolging iets oplevert, al is de erkenning gering, voelt het nog steeds als een kleine triomf.
De nieuwsgierigheid blijft, zonder achtste renner.
Het werk van een schrijver is niet alleen informatie doorgeven, maar ook verhalen delen. De kans om te schrijven over wat er achter de schermen gebeurt op de mediadag van ’s werelds topploeg is een groot voorrecht. En onderweg terug naar het centrum van Benidorm besefte ik dat het verhaal niet hoefde te eindigen met ‘de primeur’ en de achtste naam.
In plaats daarvan kon de jacht op die informatie zélf het verhaal zijn.
Ruben Silva