Jonas Vingegaard staat vandaag aan de start van het Europees kampioenschap op de weg – een zeldzame verschijning van een renner die zijn carrière bijna volledig heeft gewijd aan etappekoersen. De tweevoudig Tour de France-winnaar en regerend Vuelta a España-kampioen kiest zelden voor eendagswedstrijden, maar maakt in Drôme-Ardèche een interessante uitstap. Daar vormt hij samen met Mattias Skjelmose de speerpunt van een sterk Deens blok in de strijd tegen
Tadej Pogacar en
Remco Evenepoel – twee renners die de eendagsklassiekers inmiddels tot hun natuurlijke habitat hebben gemaakt.
Pogacar en Evenepoel behoren al jaren tot de absolute top van het klassieke werk. Samen hebben ze elf monumenten en vijf wereldtitels op hun naam staan, waarmee ze het tijdperk van veelzijdigheid opnieuw hebben gedefinieerd. Vingegaard daarentegen heeft zijn successen steeds geboekt dankzij zijn vermogen om drie weken lang een berekende, gecontroleerde koers te rijden – zonder de chaos van eendagswedstrijden. Toch lijkt de Deen open te staan voor verandering.
"Als ik het recept vind voor hoe om te gaan met eendagswedstrijden op deze Europese kampioenschappen, wil ik daar in de toekomst meer van rijden," vertelde hij voor de start aan Sporza. Het is een opmerkelijke uitspraak van een renner die tot nu toe zijn seizoenen tot in de puntjes rond de Tour heeft opgebouwd.
Volgens Vingegaard passen dit soort wedstrijden aan het einde van het jaar beter in zijn programma dan de voorjaarsklassiekers. "Een Europees kampioenschap of wereldkampioenschap past gewoon beter in mijn programma dan Luik-Bastenaken-Luik, omdat ik op dat moment al gefocust ben op mijn Tour-voorbereiding," verklaarde hij.
De Deen is zich echter bewust van de uitdaging die hem te wachten staat. Pogacar en Evenepoel komen rechtstreeks over van de wereldkampioenschappen in Kigali en zijn beiden in topvorm. Vingegaard zelf heeft weinig ervaring met het nerveuze, explosieve karakter van eendagskoersen – een compleet andere discipline dan de rittenkoersen waarin hij uitblinkt.
"Ik zag ze in actie op de Wereldkampioenschappen en ze zagen er allebei erg goed uit," gaf Vingegaard toe. Toch wil hij geen strijd aankondigen die hij mogelijk niet kan leveren. "Of er een driestrijd komt, hangt niet van hen af, maar van mij," zei hij nuchter. "Omdat ik niet echt weet hoe mijn conditie is. Ik heb twee Grote Rondes gereden. We zullen zien wat dat oplevert."
Met die woorden onderstreept Vingegaard zijn realisme – een kenmerk dat hem vaak sterker maakt dan zijn rivalen. Wat zijn benen nog waard zijn na twee zware rondes, zal vandaag blijken. Eén ding is zeker: als hij hier leert hoe hij de chaos van een eendagswedstrijd kan beheersen, dan zou dit wel eens het begin kunnen zijn van een nieuw hoofdstuk in zijn carrière.