De voorlezing van het vonnis in de operatie “Prova Limpa”, waarin 26 verdachten terechtstonden waaronder meerdere ex-renners, vond plaats in een paviljoen naast de gevangenis van Paços de Ferreira in Portugal. De voormalige leiding van
W52-FC Porto kreeg celstraffen opgelegd wegens het aansturen van een grootschalig dopingnetwerk dat in 2022 tot de ondergang van de ploeg leidde.
Tijdens de zitting benadrukte de voorzitter dat “praktisch alle feiten” uit de tenlastelegging van het Openbaar Ministerie “bewezen zijn”. Volgens het vonnis werd aangetoond dat teambaas Adriano Quintanilha de aankoop van de dopingmiddelen financierde en het laatste woord had over het gebruik ervan.
Sportdirecteur
Nuno Ribeiro, voormalig renner en op dat moment ploegleider, fungeerde als schakel naar de renners: hij kocht de verboden producten, deelde ze uit en gaf instructies over de toediening. Alle betrokken renners kregen een voorwaardelijke straf, met uitzondering van twee verdachten die werden vrijgesproken.
Het betrof een dopingnetwerk dat volledig werd aangestuurd door de hoogste leiding van de ploeg, waarna bij een grootschalige actie bij meerdere renners verboden middelen werden aangetroffen. Onder hen voormalige Volta a Portugal-winnaars João Rodrigues, Ricardo Mestre en Rui Vinhas, maar het merendeel van de ploeg kreeg individuele schorsingen voor eigen overtredingen. Sportdirecteur Nuno Ribeiro zelf werd voor 25 jaar uit de sport verbannen.
Gevolgen voor velen die betrokken waren
Bij de motivering voor onvoorwaardelijke celstraffen voor de hoofdverantwoordelijken was de voorzitter helder: “De ernst van de feiten laat niet toe deze straffen te schorsen.” Zo kregen Adriano Teixeira de Sousa, in het peloton bekend als Adriano Quintanilha, en Nuno Ribeiro vier jaar gevangenisstraf voor handel in verboden stoffen en methoden, plus één jaar en negen maanden voor het toedienen ervan. In juridische samenloop stelde de rechtbank voor beiden één straf vast van vier jaar en negen maanden effectieve gevangenisstraf.
De meervoudige kamer concludeerde dat Quintanilha een van de “elementen was die het initiële plan uittekenden” en dat hij, als leider van het inmiddels ter ziele gegane W52-FC Porto, ook het laatste woord had over betalingen binnen het dopingschema.
Over Nuno Ribeiro oordeelde de rechtbank dat “alles via hem liep en dat hij een van de sleutelfiguren van het dopingschema was”, waarbij de “veelheid aan handelingen” van de voormalig sportdirecteur werd benadrukt: van aanschaf en distributie tot ontvangst, voorbereiding en instructie over het gebruik van de producten. Gezien hun hiërarchische posities werden beiden als bijzonder verantwoordelijk aangemerkt, waarbij de rechtbank benadrukte dat hun opzet “intens” is.
Onder de beklaagden bevonden zich ook voormalige renners van W52-FC Porto: João Rodrigues, Rui Vinhas, Ricardo Mestre, Samuel Caldeira, Daniel Mestre, José Neves, Ricardo Vilela, Joni Brandão, José Gonçalves, Jorge Magalhães en André Freitas. Zij kregen allen voorwaardelijke straffen van minder dan tweeënhalf jaar. De rechter plaatste die beslissingen in context: “De renners maakten deel uit van de ploeg en stapten mee in het [doping]plan. Toch niet op hetzelfde niveau als de andere verdachten. Sommigen bekenden. De straffen zijn veel lager, ook omdat zij de enigen waren die hun gezondheid op het spel zetten. Zij waren de zwakste schakel in deze keten richting
doping.”
De Associação Calvário Várzea, de entiteit waaruit de ploeg is voortgekomen en waar Quintanilha voorzitter van was, werd eveneens bestraft en moet 57.000 euro aan de staat betalen. Daarnaast mag de vereniging de komende vier jaar niet deelnemen aan wielerwedstrijden, noch professioneel noch amateurniveau.
Bij het vertrek bevestigde de advocaat van Nuno Ribeiro het voornemen om in beroep te gaan en uitte hij zijn verbazing over de uitkomst: “Als er iemand is die hier in deze zaak echt de waarheid heeft verteld, dan is het Nuno Ribeiro; hij heeft alles verduidelijkt wat verduidelijking vergde, zijn bekentenis was volledig en zonder voorbehoud. De rechtbank begreep dat Nuno Ribeiro slechts een deel van de feiten, een deel van de waarheid, heeft opgehelderd en wilde hem in feite op hetzelfde niveau plaatsen als de heer Adriano Teixeira de Sousa. Deze beslissing strookt niet met de werkelijkheid van de feiten en we gaan in beroep,” aldus Tiago Máximo.