In 1974 won
Eddy Merckx de prestigieuze 'Triple Crown', waarbij hij in één seizoen de Giro d'Italia, de Tour de France en het
WK Wielrennen op de weg op zijn naam schreef. In recente jaren wordt
Tadej Pogacar vaak met de Belgische legende vergeleken, en na zijn indrukwekkende seizoen waarin hij dezelfde prestatie leverde, is die vergelijking misschien wel relevanter dan ooit.
"Wat hij gedaan heeft, is echt ongelofelijk. Ik heb er geen woorden voor. Je moet goed gek zijn om zoiets te doen", zei Merckx in een interview met Le Parisien, na de overwinning van de Sloveen in Zürich. Pogacars aanval kwam onverwacht en verder van de finish dan velen, waaronder Remco Evenepoel en Mathieu van der Poel, voor mogelijk hielden. Zij beschouwden het als een wanhopige zet, en ook Merckx twijfelde aanvankelijk:
"Toen hij aanviel, begon ik te vrezen voor hem. Ik verzekerde dat Tadej veel te vroeg vertrokken was. Normaal is het onmogelijk om te winnen na zo’n lange aanval, maar Tadej flikte het." Met een sterke tactische zet, waarbij Jan Tratnik een cruciale rol speelde, wist Pogacar zijn concurrenten – zowel klassiekerspecialisten als klimmers – op afstand te houden.
Na vrijwel alles gewonnen te hebben waar hij dit seizoen aan deelnam, bekroonde Pogacar zijn jaar met het veroveren van zijn eerste regenboogtrui in zijn carrière. Deze prestatie voegt nog een indrukwekkende titel toe aan zijn toch al legendarische palmares sinds zijn profdebuut in 2019.
Merckx twijfelt niet langer: "Hij is de sterkste renner van zijn generatie. Daar is geen enkele twijfel meer over.Weet je, op mijn leeftijd is er veel nodig om mij van mijn sokken te blazen. Wel, Tadej is erin geslaagd. Ik vermoedde dat hij wereldkampioen kon worden, maar nooit op deze manier. Hij is echt de allerbeste – mijn felicitaties", besloot de Belg.