De vierde plaats van
Remco Evenepoel in het Critérium du Dauphiné 2025 zorgde voor verdeelde reacties in het peloton en daarbuiten. De kopman van
Soudal - Quick-Step liet opnieuw zijn wereldklasse in het tijdrijden zien met een knappe ritzege, maar verloor in de Alpen kostbare minuten op zwaargewichten Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard. Met nog slechts tweeënhalve week tot de start van de
Tour de France, groeit de twijfel: is de kloof nog te dichten?
Een van de scherpste stemmen in het debat is voormalig profrenner
Jan Bakelants. In Het Laatste Nieuws liet hij weinig ruimte voor hoop. “Remco Evenepoel maakt geen schijn van kans om de Tour te winnen”, klonk het onverbloemd. “Het verschil met Vingegaard en Pogacar lijkt groter dan vorig jaar. En wonderen bestaan nu eenmaal niet.”
Bakelants' oordeel komt hard aan, zeker als men bedenkt dat Evenepoel vorig jaar nog zevende werd in de Dauphiné en zich in juli naar een indrukwekkende derde plaats in de Tour werkte — inclusief de witte trui als beste jongere. Toch ziet de oud-renner anno 2025 een scherper afgetekende hiërarchie én een fundamenteel probleem.
“In de bergetappe van zaterdag zat Remco al vroeg alleen, terwijl andere ploegen nog met vijf man in de groep der favorieten zaten,” analyseert Bakelants. “Wie het eindklassement van de Tour wil winnen, heeft een topploeg nodig. Op dit moment is dat bij Soudal - Quick-Step gewoon niet het geval.”
Wat hem vooral stoort, is de toon vanuit het kamp-Evenepoel. “Ik erger me aan de manier waarop de ploegleiding alles probeert glad te strijken,” zegt hij. “Er is een dunne lijn tussen vertrouwen in het proces en pure naïviteit. Misschien is het tijd om eerlijk te zijn en toe te geven dat het geel in Parijs dit jaar buiten bereik ligt.”
Volgens Bakelants is zelfs de selectie van sprinter Tim Merlier voor de Tour een stilzwijgende erkenning van die realiteit. “Dat voelt als: we kunnen de Tour niet winnen, dus mikken we op dagsucces.”
Toch erkent hij dat Evenepoel nog altijd een wapen van wereldniveau bezit. Zijn tijdritoverwinning in de Dauphiné maakte indruk. “Dat moet het speerpunt worden,” aldus Bakelants. “Op dag vijf, in de tijdrit in Caen, moet Remco alles op alles zetten om de rit en eventueel het geel te pakken. Zo kan hij het tricot dragen tot in de Pyreneeën.”
Voor een renner als Evenepoel, die floreert in aanvallende situaties, heeft Bakelants nog een laatste raad. “Hij moet de eerste negen dagen van de Tour aanpakken zoals hij de openingsfase van de Dauphiné reed: opportunistisch, gretig, met durf. Of zoals André Hazes Jr. het zingt: Pak alles wat je kan.”