Vandaag, woensdag 11 december, staat in het teken van Internationale Dag van de Bergen. Voor wielerfans zijn bergen meer dan alleen een indrukwekkend decor. Het zijn de arena’s waar legendes worden geboren en de meest gedenkwaardige hoofdstukken van de sport worden geschreven. Van de genadeloze beklimmingen in de Tour de France tot de slopende hellingen van de Vuelta a Espana, de iconische toppen van de wielersport hebben renners tot het uiterste gedreven en momenten gecreëerd die de essentie van de sport belichamen.
Zonder deze majestueuze landschappen zouden de Grote Rondes, zoals de Tour, Giro en Vuelta, veel van hun magie verliezen. Op deze bijzondere dag zetten we enkele van de meest legendarische bergen uit de wielerwereld in de schijnwerpers. We ontdekken wat elke beklimming uniek maakt en kijken terug op de renners die hun naam hebben vereeuwigd op deze mythische hoogten.
Alpe d'Huez wordt vaak beschouwd als de beroemdste klim in de wielersport. Gelegen in de Franse Alpen, strekt deze legendarische beklimming zich uit over 13,8 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 8,1%. De 21 iconische haarspeldbochten zijn het decor van talloze heroïsche prestaties, waarbij de 'Nederlandse bocht', gehuld in een zee van oranje, een van de meest indrukwekkende bezienswaardigheden in de Tour de France is.
De berg maakte zijn debuut in de Tour in 1952, toen Fausto Coppi geschiedenis schreef door als eerste renner een etappe te winnen met een aankomst op Alpe d'Huez. Sindsdien heeft de klim talloze onvergetelijke momenten gekend. In de jaren 1970 en 1980 domineerden Nederlandse renners de beklimming, wat de Alpe de bijnaam 'Dutch Mountain' opleverde. Hoogtepunten uit latere jaren zijn onder meer Marco Pantani’s beklimming in 1997 en Geraint Thomas zijn overwinning in 2018. Die triomf was niet alleen de eerste Britse overwinning op de Alpe d'Huez, maar zette de Welshman ook op koers naar zijn eindzege in de Tour de France.
De opzwepende sfeer, met duizenden enthousiaste fans die de smalle bochten vullen, maakt Alpe d'Huez tot een ongeëvenaard spektakel. Het is meer dan een klim: het is een arena waar dromen worden verwezenlijkt en wanhoop onvermijdelijk toeslaat.
De Mont Ventoux, bekend als de 'Reus van de Provence', is een van de meest intimiderende beklimmingen in het professionele wielrennen. Met een top op 1.909 meter staat deze klim berucht om zijn onbeschutte, kale landschap waar renners worden geconfronteerd met felle wind en intense hitte. De klassieke route vanuit Bédoin, 21,5 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,5%, is een genadeloze test van uithoudingsvermogen en wilskracht.
De Ventoux heeft een blijvende plek in de geschiedenis van de Tour de France, mede door enkele van de meest aangrijpende momenten in de sport. In 1967 vond de tragische dood van Tom Simpson plaats, een grimmige herinnering aan de uitputting en gevaren van de wielersport. In 2013 schreef Chris Froome een iconisch hoofdstuk door in de slotfase aan te vallen en de overwinning te behalen, waarmee hij zijn weg naar zijn eerste Tour-zege verstevigde.
Deze formidabele berg blijft een van de ultieme uitdagingen in de wielersport en keert volgend jaar terug in het parcours van de Tour de France.
De Col du Tourmalet is een van de meest iconische beklimmingen in de wielersport en onlosmakelijk verbonden met de Tour de France. Deze majestueuze klim in de Pyreneeën, die een hoogte van 2.115 meter bereikt, strekt zich uit over 19 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,7%. Het is de meest gebruikte berg in de geschiedenis van de Tour, wat zijn legendarische status alleen maar versterkt.
De Tourmalet speelde een sleutelrol in de wielergeschiedenis, vooral sinds de Tour de France in 1910 voor het eerst de uitdaging van het hooggebergte aanging. Het was een revolutionaire toevoeging aan de koers en zette renners voor een onvoorstelbare beproeving. Een van de meest opmerkelijke verhalen komt uit 1913, toen Eugène Christophe na een gebroken vork kilometers lang zijn fiets droeg, wat zijn vastberadenheid en de extreme eisen van de Tour perfect illustreerde.
In de moderne wielerwereld blijft de Tourmalet een podium voor heroïsche prestaties. Thibaut Pinots overwinning in 2019 zorgde voor een emotioneel hoogtepunt voor Franse fans, terwijl Jonas Vingegaard in 2023 tijdens de Vuelta a Espana op deze klim zijn rivalen ver achter zich liet, op een dag waarop Remco Evenepoel moest lossen.
De Stelvio-pas is een van de meest indrukwekkende en uitdagende beklimmingen in het professionele wielrennen. Gelegen in de Italiaanse Alpen, bereikt deze legendarische pas een hoogte van 2.758 meter, waarmee het de hoogste verharde bergpas in de oostelijke Alpen is. De klassieke route vanuit Prato allo Stelvio strekt zich uit over 24,3 kilometer, met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,4% en niet minder dan 48 haarspeldbochten.
Deze beklimming wordt vooral geassocieerd met de Giro d'Italia, waar het decor stond voor enkele van de meest memorabele momenten in de geschiedenis van de Italiaanse ronde. In 2017 werd de Stelvio het toneel van Tom Dumoulins veelbesproken sanitaire noodstop, een incident dat zijn kansen leek te ondermijnen, maar hem er uiteindelijk niet van weerhield om de Giro te winnen. In 2020 leverden Jai Hindley en Tao Geoghegan Hart een onvergetelijk duel op de steile hellingen, dat de strijd om de roze trui tot het uiterste voerde.
De hoogte van de Stelvio voegt een extra laag uitdaging toe: renners moeten bijna 25 kilometer lang strijden tegen ijle lucht, bittere kou en zware stijgingspercentages. Voor de toeschouwers biedt de pas echter een adembenemend uitzicht, wat het tot een van de meest iconische en geliefde beklimmingen in de wielersport maakt.
De Alto de l'Angliru, gelegen in de regio Asturië in Spanje, wordt beschouwd als een van de meest gevreesde beklimmingen in het wielrennen. De hellingen zijn berucht, met stijgingspercentages die oplopen tot meer dan 23% over de 12,5 kilometer lange klim. Het gemiddelde stijgingspercentage van 10,1% kan je niet voorbereiden op de ongenadige uitdagingen die deze klim biedt, die vaak bepalend is voor de eindzege in de Vuelta a Espana.
De Angliru werd voor het eerst opgenomen in de Vuelta in 1999, waar José María Jiménez de eerste overwinning op deze legendarische helling behaalde. Sindsdien heeft de klim de sterkste klimmers uitgedaagd, waaronder Chris Froome en Alberto Contador, met Contador die in 2017 de zege veroverde. Meer recent voegde Primoz Roglic zijn naam toe aan de lijst van winnaars in 2023, in een beroemde editie waarin hij, samen met Sepp Kuss, zijn rivalen achter zich liet.
De Angliru staat bekend als een van de zwaarste beklimmingen in de sport, waarbij de meedogenloze hellingen en het onvoorspelbare weer zelfs de meest ervaren renners angst inboezemen.
Op Internationale Dag van de Bergen is het gepast om de legendarische beklimmingen te eren die het wielrennen hebben gevormd. Van de haarspeldbochten van Alpe d'Huez tot de afmattende hellingen van de Angliru, bergen zijn veel meer dan enkel wegen – het zijn de plekken waar wielrennen de ware grootheden scheidt van de bijna-grootheden. Welke legendarische beklimmingen hebben we echter nog niet genoemd die ook een onuitwisbare indruk hebben gemaakt in de wielersport?
⛰️ Today we're celebrating International Mountain Day, the land of champions' greatest feats! ⛰️
— Le Tour de France Femmes avec Zwift (@LeTourFemmes) December 11, 2024
⛰️ Aujourd'hui, on célèbre la journée internationale de la montagne, terrain des plus grands exploits des championnes ! ⛰️#WatchTheFemmes pic.twitter.com/rU8tf7PgqH