Isaac del Toro gold al een paar jaar als een van de grootste beloften in het profpeloton, maar zijn ontplooiing in 2025 overtrof zelfs de stoutste verwachtingen. De Mexicaan stond op het punt de Giro d’Italia te winnen en eindigde het jaar met maar liefst zestien overwinningen.
“Het plan leek verloren, maar alles viel op zijn plek”
“Het was een waanzinnig goed jaar,” vertelde Del Toro aan Cyclingnews. “Ik heb veel geleerd en ben echt verder gegroeid. Deze winter had het team een plan voor me, maar door wat problemen in het begin van het seizoen leek dat moeilijk haalbaar. Uiteindelijk kwam alles samen, en heb ik enorme stappen gezet.”
De renner van UAE Team Emirates – XRG bekroonde zijn seizoen met winst in de Giro del Veneto, onderdeel van een historisch jaar voor de ploeg, die inmiddels bijna honderd zeges heeft geboekt. “Ik ben het team en de mensen om me heen ontzettend dankbaar. Ik probeer altijd het beste van mezelf te geven. Ik zie mezelf niet als een supertalent; ik geloof dat hard werken me in staat stelt om mee te doen met de besten.”
Mentaal staal en natuurlijke klasse
Zijn prestaties in de Giro toonden een renner die fysiek én mentaal op topniveau opereert. “Ik denk dat er iets in ons zit dat ons beter maakt,” zei hij over de generatie rond Tadej Pogačar en Jonas Vingegaard, met wie hij het podium deelt in de UCI-ranking. “Misschien is het vooral mentaal: we proberen alles zo goed mogelijk te doen. Mentaal is tachtig procent van het werk. Als je iets niet écht wilt, bereik je het ook niet.”
Doorbraak in het roze
Zijn ritzege en meer dan tien dagen in het roze maakten van Del Toro een publiekslieveling in een explosieve Giro d’Italia. Uiteindelijk moest hij de eindzege nipt laten aan Simon Yates, maar zijn tweede plaats in Rome voelde als een overwinning.
In de tweede seizoenshelft bleef de 21-jarige op hoog niveau presteren. Hij won de Ronde van Oostenrijk (inclusief drie etappes), de Vuelta a Burgos, werd vijfde op het WK tijdrijden en zevende in de wegrit, waarin hij samen met Pogačar de beslissende aanval opzette. Ook in de Il Lombardia reed hij naar een knappe vijfde plaats.
Daarnaast pakte hij eendagszeges in Milano–Torino, Clàssica Terres de l’Ebre, Circuito de Getxo, GP Industria, Giro della Toscana, Coppa Sabatini, Trofeo Matteotti, Giro dell’Emilia, Gran Piemonte en dus de Giro del Veneto.