2025 zal voor altijd het jaar blijven waarin
Isaac Del Toro zijn status als wonderkind definitief achter zich liet en zich vestigde als een van de grote namen van het moderne wielrennen. Niet alleen een man voor de toekomst, maar een renner van het heden. Met zijn zestiende overwinning van het seizoen, woensdag in de Giro del Veneto, sluit de 21-jarige Mexicaan een campagne af die nu al historische allure heeft.
Snelle start, gestaag crescendo
Del Toro begon het seizoen overtuigend. Hij werd zevende in de Vuelta a la Región de Murcia en pakte een knappe tweede plaats in de Clásica Jaén, enkel verslagen door oud-wereldkampioen Michał Kwiatkowski. Na deze Spaanse eendagskoersen trok hij naar Frankrijk, waar de resultaten iets minder opvielen: 34e in de Faun-Ardèche Classic, 31e in de Faun Drôme Classic en 33e in Strade Bianche.
In Tirreno-Adriatico hervond hij zijn benen. Een negende plaats in de openingstijdrit en een zevende stek in de koninginnenrit leverden hem een 19e plek in het eindklassement op. Zijn eerste echte knalprestatie volgde kort daarna, met winst in Milano-Torino. Ook in Milano-Sanremo liet hij zich zien: hij finishte als 13e, bij zijn tweede deelname aan het monument.
Giro d’Italia: waar alles kantelde
April bleek lastiger. Del Toro reed de Gran Premio Miguel Induráin niet uit en moest zich in de Ronde van het Baskenland tevredenstellen met een 15e plaats, ondanks ereplaatsen in twee etappes achter ploeggenoot João Almeida.Maar toen kwam de Giro d’Italia — en daarmee het moment waarop de wereld definitief kennismaakte met de klasse van Del Toro.
Aanvankelijk in dienst van kopman Juan Ayuso, groeide hij uit tot dé man van UAE Team Emirates – XRG. Halverwege de koers veroverde hij de maglia rosa, en toen Ayuso moest opgeven na meerdere valpartijen, werd Del Toro onbetwist kopman. Hij hield stand tot etappe 20, toen Simon Yates met een fenomenale aanval de roze trui alsnog wist te veroveren.
Del Toro en Richard Carapaz bleken tactisch niet opgewassen tegen de ervaren Brit en een scherp Visma-Lease a Bike. Toch betekende zijn tweede plaats in het eindklassement — én een ritzege in de bergen — een fenomenale doorbraak op het allerhoogste niveau.
Herboren in de zomer
Na een welverdiende rustpauze kwam Del Toro sterker terug dan ooit. In de Ronde van Oostenrijk boekte hij drie ritzeges én de eindzege. Hij won ook de Clàssica Terres de l’Ebre, stond Igor Arrieta de overwinning toe in de Prueba Villafranca, werd vijfde in de Clásica San Sebastián en pakte winst in het Circuito de Getxo. In de Vuelta a Burgos voegde hij nog een eindzege toe aan zijn indrukwekkende palmares.Niet elk resultaat was een voltreffer: 42e in de Hamburg Cyclassics, 58e in de Bretagne Classic — maar eenmaal terug in Italië vond hij opnieuw zijn topvorm.
In een ijzersterke reeks voegde hij onder meer de GP Industria & Artigianato, de Giro della Toscana, Coppa Sabatini en Trofeo Matteotti toe aan zijn erelijst. Alleen de 31e plaats in de Memorial Marco Pantani viel wat uit de toon.Op het WK in Rwanda bewees hij ook zijn mondiale klasse: vijfde in de tijdrit, zevende in de wegwedstrijd.
Sterk seizoenseinde, steunpilaar voor Pogacar
In de herfst bevestigde Del Toro zijn status met nog eens drie zeges op Italiaanse bodem: Giro dell’Emilia, Gran Piemonte en Giro del Veneto — zijn zestiende en laatste overwinning van het seizoen.Daarnaast werkte hij zich in dienst van Tadej Pogačar te pletter in de Tre Valli Varesine (8e) en Il Lombardia, waar hij knap vijfde werd — zijn beste resultaat ooit in een monument, behaald in een helpersrol.
De erfenis van een wonderjaar
Isaac Del Toro heeft in 2025 niet alleen zijn naam gevestigd, maar ook zijn stijl: aanvallend, intelligent en met een neus voor het juiste moment. Van belofte tot leider, van helper tot winnaar — hij deed het allemaal, en met stijl. Wat de toekomst ook brengt, dit seizoen zal als een mijlpaal in zijn carrière de boeken ingaan.