Het
WK wielrennen vond plaats in Zwitserland, waar
Marc Hirschi in de wegwedstrijd voor mannen op steun van het thuispubliek kon rekenen. De renner van UAE Team Emirates zette een sterke prestatie neer, maar zijn ploeggenoot Tadej Pogacar was op deze dag een klasse apart.
"Het was ongelooflijk zwaar. De finale begon eigenlijk al bij de start", vertelde Hirschi aan CyclingPro.net. "Het was een bijzondere dag, vooral om op 'thuisgrond' tijdens het WK te rijden. Ik heb hier zo lang voor getraind, dus het voelt goed dat ik tot het einde mee kon doen."
Hirschi erkende de dominantie van Pogacar: "Tadej was veruit de beste van de dag. Hij reed weg op een brede weg, iedereen zag hem gaan, maar we weten allemaal dat je kapot gaat als je probeert hem te volgen. Ik hoopte dat België het gat zou dichten, maar dat lukte helaas niet."
Hirschi reed tactisch slim en bleef een groot deel van de koers onopvallend in het peloton, totdat hij in de laatste ronde aanviel op de steile beklimming. Hij kreeg gezelschap van Enric Mas, en samen probeerden ze de eerder ontsnapte Toms Skujins en Ben Healy in te halen. Hoewel dit lukte, sloten er ook andere renners van achteren weer aan.
"De laatste zestig kilometer zat iedereen echt op de limiet", zei Hirschi. "Ik wist dat het moeilijk zou worden als ik met Van der Poel naar de finish zou rijden. Ik probeerde aan te vallen, maar iedereen was even sterk." De slotronde bleek niet zwaar genoeg om beslissende verschillen te maken.
In de eindsprint voor de bronzen medaille had Hirschi goede kansen, maar hij slaagde er niet in het resultaat te behalen waar hij op had gehoopt en eindigde als zesde. "Uiteindelijk sprong Ben O'Connor op het juiste moment weg. Ik probeerde Van der Poels wiel te houden in de sprint, maar dat lukte niet. Ik heb alles gegeven en ben tevreden met mijn prestatie", concludeerde hij.