Jonas Vingegaard richt zijn vizier op de Vuelta a España, waar hij deze maand zijn jacht op de rode trui begint. Na twee zeges in de Tour de France wil hij de laatste ontbrekende Grand Tour aan zijn palmares toevoegen. De 28-jarige Deen wordt beschouwd als de op één na beste klassementsrenner ter wereld, net achter Tadej Pogacar. Zijn opmerkelijke reis van een visfabriek naar de top van het wielrennen is uitgegroeid tot een modern sportverhaal. Diezelfde weg inspireert nu een nieuwe generatie klimmers, waaronder de Zwitser
Nicola Zumsteg, geboren in 2006.
Van kinderdroom naar beklimmingen op topniveau
“Ik had niet van een betere overwinning kunnen dromen,”
zei Zumsteg na zijn zege in de Zane–Monte Cengio. “Ik wist dat ik een goede klimmer was, maar zodra je buiten je regio koerst, voelt alles zwaarder. Ik moest Cretti volgen — hij is ervaren en heeft al veel gewonnen.” Het begin van de race werd bemoeilijkt door wind en regen, dus reed Zumsteg beschut. Op de slotklim ging hij mee met Cretti’s aanvallen en ontdekte zijn eigen kracht.
Zumsteg rijdt voor Velo Club Mendrisio, een Zwitsers team dat jonge renners ontwikkelt. “Ik ben geboren op 3 januari 2006 en fiets voor Mendrisio, een regionaal team dat cruciaal is voor Zwitserse talenten,” legt hij uit. “Op mijn tiende begon ik serieuzer te trainen, geïnspireerd door mijn opa. Sindsdien ben ik niet gestopt, ook al was ik fysiek nog niet ver ontwikkeld.”
Voor zijn laatste overwinning al de aandacht trok, had Zumsteg al succes geboekt. “Mijn mooiste zege vóór Zanè-Monte Cengio was de eerste etappe van de Tour du Léman. Ik versloeg Capello, één van de beste klimmers van dit seizoen. Dat was het moment waarop ik besefte: ik bén een pure klimmer.”
Vingegaard als inspiratie, de bergen als doel
Zumsteg kijkt op naar Vingegaard. “Als ik droom, dan groots. Voor mij is hij het voorbeeld: slank, licht, en ook sterk in tijdritten. Hij neemt risico’s om te winnen, traint consequent en gebruikt moderne methodes. Ik observeer graag mijn data en wil mezelf blijven verbeteren.”
Voor Zumsteg is klimmen een strijd in stilte. “Iedereen lijdt, maar je strijdt alleen tegen jezelf. Ik focus me op hoe goed ik dat lijden aankan. De bergen zijn mijn terrein. Soms droom ik ervan om in de gele trui een bergetappe in de Tour te winnen. Misschien te groot, maar het blijft mijn droom.”
Zijn doorzettingsvermogen komt ook uit zijn vroegere werk. Drie jaar werkte hij als metselaar in Gansingen, vlak bij de Duitse grens. “Ik kende nauwelijks Italiaans, maar wist wel wat werken was. Het was zwaar, maar ik wilde mijn eigen geld verdienen. Nu ik fulltime kan koersen, voelt het lichter. Geen dubbele opofferingen meer. Het was een levensles die me sterker heeft gemaakt.”
Naast de koers blijft Zumsteg nuchter. “Ik leef in het moment en probeer vriendelijk te zijn. Ik lees graag wetenschappelijke boeken over training en probeer mezelf te verdiepen.” Als teamleider neemt hij zijn rol serieus: “Ik heb al vaak bewezen dat ik die verantwoordelijkheid aankan.”
Niet alles ging vanzelf. Zijn grootste teleurstelling kwam op het WK. “Ik had een slechte dag in Zürich. Mijn thuis-WK. Ik was niet van plan om 47ste te eindigen, elf minuten achter de winnaar. Dat deed pijn.”
Grote dromen, grote doelen
Toch blijft zijn ambitie groot. “Ik ga me de komende twee à drie seizoenen volledig op wielrennen richten. Ik wil weten waar mijn plafond ligt. Ik denk dat ik geschikt ben voor het klassement en wil me volgend jaar richten op de Giro Next Gen en de Valle d’Aosta. Als ik me op het klassement richt, hoop ik ook etappes te winnen.”