De Paris-Roubaix van 2021 was om meerdere redenen een bijzondere koers. Als de meest recente editie die echt “modderig” was, leverde ze talloze verhalen op. Van de onfortuinlijke Gianni Moscon, via de epische sprintzege van Sonny Colbrelli, tot de, euh, opgave van
Michael Valgren.
Ondanks zijn degelijke palmares op de Vlaamse kasseien, inclusief een bronzen medaille op het WK 2021 in Leuven, had Valgren tot dat jaar nooit deelgenomen aan Paris-Roubaix. In een editie die uitzonderlijk in oktober werd verreden in plaats van het gebruikelijke april, vond de Deen het een goed moment om zichzelf te testen in de Hel van het Noorden. En wat voor ervaring het werd.
De koers verliep normaal tot halverwege, toen Valgren plots zware maagklachten kreeg en niet meer in staat was de finish te halen.
“Ik heb in mijn broek gescheten, letterlijk. Dat was bijna de reden dat ik moest afstappen,” zegt hij in de podcast Bak Lane with Lars Bak.
Herkanseing in zicht
De daaropvolgende vier jaar keerde Valgren terug naar zijn oude gewoonte om het Franse Monument te mijden, maar 2026 moet het jaar van zijn revanche worden. “Ze hadden ideeën over wat ze me wilden laten rijden, en dat was prima,” zegt hij.
Valgren verwacht zijn seizoen te beginnen in Parijs-Nice, met Milano-Sanremo als alternatief. Daarna volgt het Vlaamse blok met E3 Saxo Classic, Gent-Wevelgem, Dwars door Vlaanderen en Ronde van Vlaanderen, als opstap naar de langverwachte start in Paris-Roubaix. “Ik kijk ernaar uit. Ik denk eigenlijk dat het weer leuk wordt. Ik heb het maar één keer geprobeerd. Het is een knotsgekke koers.”
En omdat
EF Education-EasyPost niet de ploeg is met de sterkste Klassiekerkern, kan Valgren rekenen op een relatief vrije rol naast de jonge sprinter Madis Mihkels en voormalig Ronde van Vlaanderen-winnaar Kasper Asgreen.