“Het is zonde om zo’n grote ploeg te zien verdwijnen”: een van de rijzende sterren van Arkéa betreurt de trieste afloop van het project

In 2026 begint Movistar Team opnieuw vanaf nul aan de strijd tegen degradatie. Daarvoor heeft de ploeg grondig werk geleverd: eindelijk een opleidingsploeg onder 23 opgericht en stevig toegeslagen op de transfermarkt. De blikvanger is zonder twijfel Cian Uijtdebroeks, maar Raúl García Pierna belichaamt de langetermijnhoop van het Spaanse wielrennen.

García Pierna vertrok bij Arkéa na een zeer sterk seizoen en geldt op zijn 24e als een van de spannendste talenten in Spanje. Zijn komst naar Movistar Team is dan ook reden tot optimisme. Een van de grootste beloftes van het land sluit zich tenslotte aan bij de sterkste ploeg van Spanje (en de enige in de WorldTour).

Aan het begin van het trainingskamp van Movistar Team voor 2026 sprak Raúl García Pierna met MARCA. Hij deelde zijn eerste indrukken binnen de ploeg en zijn gevoel bij de overstap. Ook blikte hij vooruit op een seizoen met hoge verwachtingen.

“Tot nu toe verloopt de voorbereiding behoorlijk goed en ben ik erg blij. Movistar Team is de ploeg van het hoogste niveau in Spanje. De performance-afdeling doet het goed en er is een groep renners, zoals Iván Romeo, Carlos Canal, Javier Romo,… met wie we mooie dingen kunnen bereiken. Het is een project dat me aanspreekt,” begon Pierna.

Een van de domeinen waarin de aanwinst van Movistar uitblinkt, is de tijdrit. In 2022 werd hij Spaans kampioen en in 2025 won hij de tijdrit in de openingsrit van de Route d'Occitanie. Verwachtingen zijn dus hoog, zowel voor hem als voor Iván Romeo. Des te meer nu de Tour de France start met een ploegentijdrit in Barcelona.

“Iván werkt graag aan de tijdrit, en dat vind ik zelf ook interessant. Ik zat met hem op de kamer tijdens het WK [2025], maar we zijn er toen niet heel diep op ingegaan,” voegde Raúl García Pierna toe.

Tot slot reageerde de Spanjaard op het uiteenvallen van Arkéa - B&B Hotels. Ondanks zijn overstap naar Movistar Team stemt het hem droevig dat een ploeg waar hij twee jaar reed geen financiering vond om het project voort te zetten:

“Het is een structuur die 150 mensen in dienst had, met hun families, die ervan afhankelijk waren. Uiteindelijk is het jammer om zo’n grote ploeg te zien verdwijnen, en het is niet goed voor de wielerwereld. Ik heb er twee jaar gereden en kon er twee Tours de France betwisten. Zonde,” besloot hij.