Tibor del Grosso wil uitblinken bij afwezigheid van Van der Poel: “Mathieu rijdt niet elke voorjaarsklassieker, dus ik weet zeker dat ik nog altijd voor mijn eigen kans kan rijden”

Tibor del Grosso maakte dit jaar de stap naar de WorldTour met Alpecin-Deceuninck en ontwikkelt zich, buiten de schijnwerpers van Mathieu van der Poel, tot een hoogwaardige klassiekerrenner die in 2026 zijn kansen wil grijpen als zijn ploeggenoot ontbreekt.

In 2025, naast een sterk optreden in de Volta a Catalunya met twee podiumplaatsen in ritten, werd hij zesde in Dwars door Vlaanderen. “Het was jammer dat ik niet mee kon met de drie Visma-renners die wegreden, maar daarachter reed ik met Mads Pedersen. En hé, als hij niet kan volgen, is het voor mij geen schande,” vertelde Del Grosso aan Wielerevue.

“Het is echt geweldig om met zulke mannen om me heen te rijden. Dit zijn de renners die ik nog niet zo lang geleden op tv zag. Dat maakt me hongerig naar meer.” Hij finishte in fraai gezelschap en koos daarna voor een bescheidener programma buiten de WorldTour-voorjaarsklassiekers. Wel greep hij zijn kans met zijn eerste profzege in de Tour of Turkey en werd hij vierde in de koninginnenrit van de Renewi Tour in Geraardsbergen, waar Van der Poel won.

Deze winter rijdt hij een veldritprogramma, maar wat volgt er op de weg volgend jaar? “De ploeg is nog met de planning bezig, maar ik hoop absoluut dat ik nu de grotere klassiekers rijd. Er zijn best wat jongens vertrokken, dus ik denk dat de ploeg daar ook voor openstaat. Mathieu rijdt niet elke voorjaarsklassieker, dus ik ben ervan overtuigd dat ik nog voor mijn eigen kans kan gaan.”

In bepaalde koersen zal hij gezien zijn kwaliteiten zeker vrijheid krijgen, maar met het vertrek van renners als Gianni Vermeersch en Quinten Hermans ligt het voor de hand dat hij een sleutelrol krijgt als luxehelper voor de Nederlander in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix – koersen waarin hij nog niet startte. Die lijken dan ook op zijn programma te komen: “Het lijkt me ook een prachtige uitdaging om De Ronde en Roubaix met de ploeg te winnen.”

De kasseiklassiekers zijn bovendien het terrein waar hij zichzelf het best ziet presteren. De 22-jarige heeft een veelbelovende toekomst op de weg. “Daar zie ik echt mijn toekomst. Ik ben inmiddels vrij lang, dus de Ardennen worden lastig. Zeker als je daar tegen Tadej en Remco moet strijden.”