De Velo d’Or-prijzen zijn vrijdagavond in Parijs uitgereikt na maanden van speculatie, met twee winnaars die alom verwacht waren.
Tadej Pogacar en
Pauline Ferrand-Prévot zijn verkozen tot respectievelijk beste mannelijke en vrouwelijke renner van het jaar.
Daarnaast won Ferrand-Prévot ook de Jeannie Longo-trofee voor beste Franse renster, terwijl Kévin Vauquelin werd onderscheiden als beste Franse renner. Bij de hoofdprijzen was er echter nauwelijks sprake van spanning.
Aan vrouwenkant valt te betogen dat Lorena Wiebes en Demi Vollering kans maakten, maar de terugkeer van de Team Visma | Lease a Bike-renster op de weg en haar daaropvolgende reeks zeges legden de lat zo hoog dat niemand echt kon bijbenen.
Ferrand-Prévot boekte een iconische solozege in Parijs-Roubaix Femmes, vlak na een podiumplek in de Ronde van Vlaanderen die haar topniveau opnieuw onderstreepte. In de Tour de France Femmes volgde een glansrijke eindzege, met winst in de twee slotritten in het hooggebergte — de laatste in het geel.
Pogacar heerst bij de mannen
Pogacars triomf kwam niet als verrassing, al was hij niet aanwezig op het gala. De Sloveen was een zekerheid na drie monumenten (plus podiums in Milaan-Sanremo en Parijs-Roubaix), een Grote Ronde, de wereld- en Europese titel, Strade Bianche, Critérium du Dauphiné, UAE Tour...
Een seizoen als dit is in het moderne wielrennen ongezien (misschien op zijn eigen campagne van 2024 na) en zelfs in de geschiedenisboeken is het moeilijk iemand te vinden die iets vergelijkbaars presteerde. Ook in 2026 wordt het lastig hem deze prijs te ontfutselen, met een vergelijkbare erelijst in zijn vizier.