Wie één blik werpt op de UCI-ranking, ziet het meteen: het Franse wielrennen zit in zwaar weer. Waar Decathlon AG2R een sterke seizoensstart kende, slaagt de ploeg er niet in om die lijn door te trekken.
Cofidis balanceert op de rand van degradatie en bij Arkaa - B&B Hotels lijkt de hoop al volledig opgegeven. En de best geklasseerde Franse renner? Romain Grégoire op een magere 42e plaats.
Een trieste stand van zaken die ook oud-bondscoach Cyrille Guimard zorgen baart. In een gesprek met Cyclism'Actu spreekt hij klare taal over de neerwaartse spiraal waarin het Franse wielrennen zich bevindt:
“Sinds het begin van het jaar zie ik een duidelijke achteruitgang. En dat blijkt ook uit de cijfers,” stelt Guimard. “Zowel op individueel als collectief vlak lopen we achter. We moeten ons serieus afvragen hoe het verder moet met de Franse aanwezigheid op het hoogste niveau.”
Dreigende degradatie voor Cofidis
Guimard is bijzonder scherp over de situatie bij Cofidis. “Als je de cijfers bekijkt, is het niet ondenkbaar dat we volgend seizoen nog maar twee Franse teams in de WorldTour hebben: Decathlon AG2R en Groupama-FDJ. Cofidis heeft nog een kleine voorsprong van zo'n 250 punten op Astana en Picnic PostNL, maar dat kan snel verdampen. Alles wijst naar beneden. Geen enkel signaal wijst op beterschap.”
Ook Arkaa - B&B Hotels lijkt zich al bij degradatie neergelegd te hebben. En dus rijst bij Guimard de fundamentele vraag: “Horen deze ploegen eigenlijk wel thuis in de WorldTour?” Volgens hem is het antwoord op dit moment duidelijk: nee.
“Cofidis toont een lichte stijging, maar die is grotendeels te danken aan hun Belgische sprinter Milan Fretin. Hij sprokkelt de punten bijeen, maar of hij de ploeg in zijn eentje kan redden? Ik betwijfel het.”
Structurele problemen in het Franse model
Volgens Guimard ligt het probleem dieper dan alleen sportieve prestaties. Hij wijst op de structurele beperkingen waar Franse ploegen mee kampen: extra sociale lasten die ploegen voor elke renner betalen, wat hen benadeelt op de transfermarkt.
“Zelfs met een vergelijkbaar budget kunnen we simpelweg minder doen dan andere ploegen,” stelt Guimard. “Laat staan dat we kunnen concurreren met superteams zoals UAE Team Emirates, waar geld geen beperking vormt.”
Guimards oplossing: investeren of verdwijnen
Heeft Guimard dan een oplossing? Jazeker — maar die is hard.
“Er zijn maar twee opties: ofwel verhuizen we naar een land waar de loonkosten lager zijn, of we trekken de portemonnee. En dan is het simpel: willen we in de top vijf of top drie meedoen? Dan hebben we 40, 45, 50 miljoen euro nodig. We investeren of we investeren niet. Maar wie wil concurreren aan de top, heeft geen vijftig keuzes.”
Met een Giro d’Italia in volle gang en de Tour in aantocht, is het Franse wielrennen aan een kruispunt beland. De cijfers zijn onverbiddelijk, de toekomst onzeker — tenzij men durft te kiezen voor ambitie.