Maxim van Gils, een van de opkomende talenten van de voorjaarsklassiekers in 2024, maakte een goede indruk met podiumplaatsen in La Flèche Wallonne en
Strade Bianche. Hij behaalde ook een vierde plaats in Luik-Bastenaken-Luik en de overwinning in Eschborn-Frankfurt.
Aan het einde van enkele van de grootste eendagswedstrijden was Van Gils in gevecht met
Tadej Pogacar en
Mathieu van der Poel. De renner van
Lotto Dstny erkent dat hij een beetje jaloers is op het immense natuurlijke talent van beide toptalenten. Met de nadruk op Pogacar, naast wie hij op het podium stond in Strade Bianche.
"Er is nu eenmaal altijd iemand die beter is dan de rest. Die gasten hebben gewoon meer meegekregen van Moeder Natuur", zegt de 24-jarige Belg in gesprek met
Bahamontes. "Mijn voedingsdeskundige vertelde me dat Pogacar een unieke musculatuur heeft en dat zijn spieren van nature minder lactaat aanmaken. Dat verklaart ook waarom het er bij hem allemaal zo makkelijk uitziet. Nog meer dan bij Mathieu."
"Op het podium na de Strade zei ik tegen Tadej hoe kapot ik zat. Waarop hij doodleuk zei dat hij zich niet eens zo moe voelde - na die solo van 80 kilometer! Ik dacht: doe eens normaal... Ik heb daarna drie dagen in bed gelegen om te recupereren", vertelt Van Gils lachend. "Hoe zouden al die andere sprinters zich indertijd gevoeld hebben toen ze het tegen Usain Bolt moesten opnemen? Voor de koers neemt iedereen zich wel voor om Tadej zo lang mogelijk te volgen. En ik denk echt dat ik hem bij zijn demarrage in Strade had kunnen volgen, maar hij verraste me door zo vroeg aan te gaan. Ik zat te ver. Onderweg naar Siena had hij me er ongetwijfeld wel afgereden, maar dan was ik wellicht tweede geworden in plaats van derde."
Van Gils zal later deze maand voor de tweede keer in zijn carrière aantreden in de
Tour de France. Daar zal de Nederlander opnieuw te maken krijgen met Pogacar en Van der Poel.