"De kans is niet nul, maar erg klein" - CEO van Soudal - Quic-Step over deelname van Mikel Landa aan Tour de France

Wat lang een relatief zorgeloze Giro d’Italia leek voor Soudal – Quick-Step, kreeg een flinke knauw toen kopman Mikel Landa de koers moest verlaten. Tot vandaag was de Bask de enige uitvaller onder de klassementsrenners, maar in Nova Gorica moest ook Giulio Ciccone de strijd staken. Daarmee lijkt het klassementsboek voor de Belgische ploeg definitief dichtgeslagen. Toch wil teammanager Jurgen Fore niet spreken van een verloren ronde.

Na het uitvallen van Landa veranderde de strategie binnen het team noodgedwongen. “Natuurlijk is het een zware klap. Je kunt iemand als Mikel niet zomaar vervangen”, aldus Fore in gesprek met WielerFlits. “Het is dan belangrijk om snel te schakelen, een nieuw plan te maken en met realistische verwachtingen de resterende koersdagen aan te pakken.”

Soudal – Quick-Step zet nu in op aanvallend koersen. Fore benadrukt het belang van initiatief en lef in de resterende ritten: “We moeten de Giro offensief benaderen. Jonge renners krijgen nu kansen, maar ook ervaren mannen als James Knox, Mattia Cattaneo en Ethan Hayter moeten hun rol pakken. Zij moeten mee zitten in de ontsnappingen. En Paul Magnier is iemand die in sprints iets kan forceren. Elke dag is nu een kans.”

De focus verschuift ondertussen stilaan naar de Tour de France, waar Landa oorspronkelijk een sleutelrol zou vervullen als bergknecht van Remco Evenepoel. Maar de timing van zijn herstel maakt dat plan onzeker.

“Volgens de prognose moet hij nog zeker vier weken rust houden”, legt Fore uit. “Daarna kunnen we pas evalueren of hij de training kan hervatten en op welk niveau. We moeten eerlijk zijn: de kans op de Tour is niet nul, maar wel erg klein.”

Toch is er ook licht optimisme. Twee weken na zijn valpartij lijkt Landa de eerste stappen in zijn herstelproces te zetten. “We hadden maandag contact en de pijn viel mee,” vertelt Fore. “Op dinsdag kon hij met een korset voorzichtig beginnen met wat lopen en oefeningen in het zwembad. Dat hij alweer vooruit wil kijken, is bemoedigend – maar we weten ook dat het nog een lange weg is.”