De eerste grote confrontatie van het wielerseizoen 2025 tussen de twee absolute grootheden van het moderne peloton,
Jonas Vingegaard en
Tadej Pogacar, ligt achter ons. Het
Critérium du Dauphiné vormde het decor, en hoewel Pogacar uiteindelijk met de eindzege aan de haal ging, leverde deze clash vooral waardevolle inzichten op richting de
Tour de France van deze zomer.
Vanaf de eerste etappes lag het tempo hoog. Zowel Team Visma | Lease a Bike als UAE Team Emirates - XRG maakten meteen duidelijk dat ze geen afwachtende houding zouden aannemen. De toon werd gezet. In de slotfase van een bergrit, met nog zes kilometer te gaan, was het Vingegaard die met een krachtige aanval de finale openbrak. De poging neutraliseerde elk sprinterscenario en bracht een elitegroep op gang met onder meer Pogacar, Remco Evenepoel, Mathieu van der Poel en Santiago Buitrago.
Die etappe, uiteindelijk gewonnen door Pogacar, gaf de eerste echte indicatie dat Vingegaard over verrassend sterke benen beschikt. Na een maandenlange afwezigheid sinds Parijs-Nice, en tegenover een Pogacar die de voorjaarsklassiekers had gedomineerd, rekenden velen op een walk-over van de Sloveen. Maar Vingegaard kwam niet om te verdedigen – hij kwam om te strijden.
Sterker nog: in de vierde etappe nam de Deen zelfs de leiding in het algemeen klassement, na een indrukwekkende solo in de individuele tijdrit. Maar zodra het peloton het hooggebergte betrad, liet Pogacar opnieuw zijn klasse zien – een vertrouwd beeld dat herinneringen opriep aan de Tour van vorig jaar. Toch wist Vingegaard zijn schade te beperken en eindigde hij op slechts 59 seconden van de eindwinst – een kleiner verschil dan velen hadden verwacht.
Is de Tour van 2025 daardoor volledig open? Absoluut. Maar als Vingegaard deze zomer opnieuw het geel in Parijs wil dragen, zullen een aantal sleutelfactoren in zijn voordeel moeten uitvallen. Dit zijn de drie elementen die het verschil kunnen maken:
1. De kloof in versnelling dichten
De venijnige versnellingen van Tadej Pogacar op de steilste stukken blijven een doorn in het oog van Jonas Vingegaard. De Sloveen twijfelt zelden: zodra de weg omhoog trekt en het asfalt prikt, plaatst hij zijn aanval – messcherp, genadeloos en vaak verrassend. Vingegaard, daarentegen, neigt ertoe te reageren in plaats van te anticiperen, zeker op de toppen waar verschillen gemaakt worden.
Wil de Deen de regie over de Tour naar zich toe trekken, dan zal hij die explosiviteit moeten evenaren – of liever nog: zelf het vuur aan de lont steken. Vooral op de lange beklimmingen in Alpen en Pyreneeën kan een proactieve aanpak voorkomen dat Pogacar telkens het initiatief neemt.
Het ontwikkelen van die ‘punch op hoogte’ is misschien wel het cruciale werkpunt voor Vingegaard richting juli. Want wie niet zelf aanvalt, moet telkens hopen dat hij het kan volgen – en tegen Pogacar is dat een riskant spel.
2. De 'zwakte' van Pogacar in de tijdrit uitbuiten
Pogacar heeft er in 2025 een uitputtend voorjaar opzitten. Met deelnames aan álle vier de Monuments – Milano-Sanremo, de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik – én overwinningen in Strade Bianche en Waalse Pijl, was zijn kalender indrukwekkend gevuld. Maar die breedte in zijn programma ging ten koste van gerichte tijdritvoorbereiding.
Dat gebrek liet zich voelen in de tijdrit van etappe 4 in de Dauphiné. Pogacar moest er onverwacht terrein prijsgeven op zowel Vingegaard als Remco Evenepoel. Na afloop gaf hij zonder omhaal toe dat hij nauwelijks op wedstrijdtempo op zijn tijdritfiets had getraind.
Mocht die kwetsbaarheid ook in juli aanhouden, dan ligt daar een uitgelezen kans voor Vingegaard om toe te slaan. Tijd winnen tegen de klok kan cruciaal zijn om Pogacar onder druk te zetten nog vóór het hooggebergte zich aandient. Want wie met voorsprong de bergen in trekt, kan het spel dicteren.
3. Visma moet als team beter presteren dan UAE
Tot slot zou de strijd tussen de ploegen weleens de doorslag kunnen geven. Pogacar verschijnt in juli met een ijzersterke UAE-armada, vermoedelijk met Joao Almeida en Adam Yates als zijn belangrijkste luitenants. Maar ook Vingegaards steunformatie is indrukwekkend – en op papier misschien zelfs superieur.
Team Visma | Lease a Bike lijkt te mikken op een Tour-selectie met Matteo Jorgenson, Sepp Kuss, Simon Yates en Wout van Aert. Yates arriveert in topvorm na een dominante Giro-zege, bekroond met een legendarische rit over de Colle delle Finestre. Van Aert, die zijn voorjaar zag ontsierd door blessureleed, liet in diezelfde Giro zien dat hij weer dicht tegen zijn topniveau aanzit.
Met dit kwartet beschikt Vingegaard over een formidabel tactisch wapen. Maar de sleutel ligt in cohesie: als Visma als een geoliede machine opereert, Pogacar weet te isoleren en het wedstrijdverloop naar hun hand zet, groeit de kans op geel exponentieel. UAE, hoe getalenteerd ook, toonde in de Giro barsten in het collectieve denken – te vaak werd de ploeg gereduceerd tot een wachtend peloton rond hun kopman.
Conclusie: Een tour in de balans
Pogacar mag dan als winnaar uit de Dauphiné zijn gekomen, zijn overwicht was verre van absoluut. Jonas Vingegaard toonde dat hij dichterbij zit dan menigeen vooraf had gedacht. Als hij de komende weken zijn explosiviteit aanscherpt, zijn tijdrit verfijnt en zijn team als een collectief laat opereren, ligt de weg naar een derde gele trui wijd open.
Het podium is opgetuigd, de hoofdrolspelers zijn klaar. Wat volgt, belooft een episch duel op de hoogste toppen van Frankrijk. Wielerfans, hou je vast – de Tour van 2025 kan weleens legendarisch worden.