Aftellen naar de Tour de France: 10 dagen | De dag dat Alpe d’Huez van Marco Pantani was

Wielrennen
woensdag, 25 juni 2025 om 11:30
marco pantani tour de france 1571836
De Tour de France van 2025 staat voor de deur — nog slechts tien dagen scheiden ons van het Grand Départ. En de verwachtingen zijn torenhoog. De spanning stijgt met het uur, want we zouden wel eens een editie van mythische proporties tegemoet kunnen gaan. Kan Jonas Vingegaard zijn kroon verdedigen? Is Remco Evenepoel klaar om Tadej Pogacar het vuur aan de schenen te leggen? Wie kroont zich tot sprintkoning? En zien we eindelijk de beste versie van Mathieu van der Poel in een Tourmaand?
In aanloop naar de Tour tellen we samen af met tien van de meest memorabele momenten, rivaliteiten en verhalen uit de rijke geschiedenis van La Grande Boucle. Van Chris Froome’s wonderbaarlijke loop op de Mont Ventoux tot de heroïsche comeback van Greg LeMond en het hartverscheurende verlies van Primož Roglič in 2020 — deze momenten overstijgen het wielrennen. Ze zijn sportgeschiedenis, maar ook verhalen van menselijke veerkracht, drama en glorie.
Want de Tour is méér dan koers. Het is een mondiaal fenomeen, een jaarlijks spektakel waarin sport, cultuur en emotie samenkomen. We kunnen onmogelijk elk iconisch moment belichten, maar laat ons vooral weten welke herinneringen voor jou het meeste betekenen.
Vandaag trappen we af met een beklimming die tot de verbeelding blijft spreken: Marco Pantani op Alpe d’Huez, 1997. Op die bloedhete julidag liet "Il Pirata" de concurrentie zijn rug zien op de flanken van de mythische berg. De kleine Italiaan, getekend door genialiteit en tragiek, zette een klim neer die tot op de dag van vandaag als record in de boeken staat. Het was een rit die zijn status als legende bezegelde, maar ook het complexe tijdperk van de jaren ’90 samenvat — een tijd vol heroïek, maar ook vol schaduw.

etappe 13 Tour de France 1997

Het was de dertiende etappe van de Tour de France van 1997. Diep in de Alpen, diep in de wedstrijd — en precies daar koos Marco Pantani zijn moment. Aan de voet van de legendarische Alpe d’Huez sprong hij met een vernietigende versnelling weg uit het peloton. De explosie van kracht sloeg meteen een kloof: het eliteveld werd op de eerste haarspeldbochten al aan flarden gereden.
Langs de 21 bochten stonden duizenden fans schouder aan schouder, getuige van een klimproef die nog decennia zou nazinderen. Pantani, dansend uit het zadel, wervelde naar boven met een ogenschijnlijk moeiteloze cadans. Elke bocht bracht een grotere voorsprong. Het was poëzie op twee wielen, pure anarchie op het asfalt.
Jan Ullrich, de jonge leider van de Tour en stevig in het geel, probeerde te reageren. Maar zelfs hij, in de vorm van zijn leven, moest buigen. Ullrich raakte aan zijn limiet en verloor snel terrein. Ook Richard Virenque, het Franse klimfenomeen, brak in Pantani’s spoor. Net als elke andere uitdager. Halverwege de beklimming was het overduidelijk: dit was geen gewone aanval, dit was wielergeschiedenis in wording.
Boven op Alpe d’Huez kwam Pantani solo over de streep. Zijn tijd: 37 minuten en 35 seconden. Een record dat nog altijd overeind staat. Over 13,8 kilometer, met een gemiddeld stijgingspercentage van 8%, reed hij een krankzinnige gemiddelde snelheid van ruim 23 km/u. Een cijfer waar klimmers sindsdien slechts van kunnen dromen.
Pantani's beklimming van Alpe d'Huez blijft het record
Pantani's beklimming van Alpe d'Huez blijft het record
Zelfs Lance Armstrong — later berucht, maar destijds almachtig — wist Pantani’s tijd nooit te benaderen, zelfs niet tijdens zijn dominantste jaren. Op die dag in 1997 bewees Marco Pantani waarom hij wordt beschouwd als misschien wel de grootste pure klimmer uit de geschiedenis van de sport. Het was een rit waarin hij tactisch lef koppelde aan bijna bovenmenselijke fysieke vermogens.
Wat de prestatie des te opmerkelijker maakt: Jan Ullrich zou die Tour met overmacht winnen, met een marge van negen minuten op Virenque en meer dan veertien op Pantani. De Duitser was die zomer de sterkste man van het peloton — behalve op één plek, op één klim, op één dag.

Triomf en tragedie

De magistrale beklimming van Alpe d’Huez in 1997 leverde Marco Pantani niet alleen een iconische ritzege op, maar markeerde ook zijn definitieve doorbraak als toekomstig kampioen. Met een derde plaats in het eindklassement achter Jan Ullrich en Richard Virenque kondigde hij zijn ambities aan. Een jaar later keerde hij sterker dan ooit terug.
In 1998 schreef Pantani geschiedenis. Hij won eerst de Giro d’Italia en vervolgens de Tour de France — een legendarische dubbel die in het moderne wielrennen tot de zeldzaamste prestaties behoort. Hij werd de eerste Italiaan in ruim dertig jaar die de Tour won en bevestigde zijn status als de meest dominante klimmer van zijn generatie.
Tot aan 2023, toen Tadej Pogačar hetzelfde huzarenstukje flikte, was Pantani de laatste man die het Giro-Tour dubbelspel voltooide. Meer dan een kwart eeuw bleef zijn prestatie onaangetast — een mijlpaal die voor velen onhaalbaar leek in het tijdperk van hypergespecialiseerde renners.
Pantani’s Tourzege van 1998 kreeg nog extra lading door de omstandigheden waarin hij plaatsvond. Het was een Tour overschaduwd door het beruchte Festina-schandaal, waarin dopinggebruik binnen het peloton onontkoombaar aan het licht kwam. Te midden van die chaos liet Pantani het sportieve spreken. Zijn bergetappes waren van een zeldzame grandeur, met als hoogtepunt een ijzingwekkende solo-aanval door de Alpen in stortregen en kou, waarmee hij de gele trui veroverde. Hij klom alsof de zwaartekracht geen vat op hem had.
Opvallend was dat Pantani die Tour nog dramatischer kleurde door de openingsproloog dramatisch slecht te rijden: hij verloor meer dan vier minuten op Ullrich in een tijdrit en eindigde op de 181e plaats van de 189 deelnemers. En toch stond hij aan het einde in Parijs in het geel, met een voorsprong van zes minuten. Louter dankzij zijn onovertroffen klimvermogen.
Maar zijn sterrendom bleek vergankelijk — en tragisch. In 1999, terwijl hij de Giro leidde en opnieuw op weg leek naar eindwinst, werd Pantani uit koers gehaald wegens een te hoog hematocrietgehalte. Een waarde die volgens de toenmalige normen duidde op het gebruik van EPO. De sport was in shock. In één klap viel de held van de bergen van zijn voetstuk. Zijn carrière ontspoorde, zijn zelfvertrouwen raakte geknakt.
Wat volgde waren jaren vol blessures, schorsingen, mentale strijd en eenzaamheid. De glorieuze jaren van ‘Il Pirata’ maakten plaats voor een neerwaartse spiraal waarin hij nooit meer zijn oude niveau haalde. Terwijl het wielrennen zelf werd opgeschud door een reeks dopingonthullingen, werd Pantani ongewild hét tragische symbool van een generatie.
Op 14 februari 2004 werd hij dood aangetroffen in een hotelkamer in Rimini. Slechts 34 jaar oud. De doodsoorzaak: een overdosis cocaïne. Het was een hartverscheurend einde van een leven dat ooit bol stond van heroïek, maar dat bezweek onder druk, roem en de donkere kanten van de sport. Pantani’s nalatenschap is dubbelzinnig. Zijn prestaties op de fiets blijven legendarisch, maar zijn verhaal is ook een wrange herinnering aan wat het profwielrennen in de jaren ’90 heeft gekost — en hoe ver een kampioen kon vallen.

Een complexe erfenis

De erfenis van Marco Pantani’s legendarische klim naar Alpe d’Huez in 1997 is, zoals zoveel iconische momenten uit de jaren ’90 en vroege jaren 2000, gelaagd en dubbelzinnig. Aan de ene kant staat er een prestatie die nog altijd met ontzag wordt aanschouwd: een explosieve, nietsontziende beklimming die tot op de dag van vandaag onovertroffen blijft. Aan de andere kant wringt de wetenschap dat veel van die uitzonderlijke prestaties uit dat tijdperk mede mogelijk werden gemaakt door systematisch dopinggebruik. Dat maakt dat Pantani’s record, hoe heroïsch ook, sindsdien altijd met een zweem van scepsis en melancholie wordt bekeken.
Sindsdien heeft het wielrennen een metamorfose ondergaan. Strengere antidopingmaatregelen hebben gezorgd voor een koers op menselijke schaal. De grote beklimmingen worden trager bedwongen, de cijfers realistischer — en de tijden uit het EPO-tijdperk onhaalbaar. Toen Thibaut Pinot in 2015 de rit naar Alpe d’Huez won, deed hij daar meer dan 41 minuten over. Het duel tussen Pogacar en Vingegaard in 2022, twee renners op het absolute topniveau van het huidige peloton, bleef eveneens ver verwijderd van Pantani’s duizelingwekkende klimtempo.
In zekere zin is het feit dat zijn record nog altijd standhoudt niet alleen een monument voor zijn talent, maar ook een pijnlijk relikwie van een besmet tijdperk. Een tijd waarin de grenzen van het mogelijke vervaagden — met alle gevolgen van dien. En toch: wie naar die beelden van 1997 kijkt, ziet een renner die de zwaartekracht leek te tarten, een klimmer in pure extase, een man die zijn fiets niet beredeneerde, maar bezielde.
Voor de liefhebbers van de Tour blijft die dag op Alpe d’Huez een van de meest gedenkwaardige uit de rijke geschiedenis van La Grande Boucle. Het vat alles samen waarom Pantani zo geliefd was: zijn ontembare aanvalslust, zijn dramatische panache in de bergen, en de bijna poëtische manier waarop hij zijn tegenstanders tot figuranten degradeerde zodra de weg omhoog liep.
Maar tegelijkertijd is het een waarschuwing. Een hoofdstuk uit een tijdperk dat wielrennen zijn onschuld kostte. En zo zal Pantani’s beklimming van Alpe d’Huez altijd blijven voortleven — als een moment van heroïek én van twijfel. Een klim naar de onsterfelijkheid, beklommen met vleugels... maar niet zonder schaduw.
Claps 0bezoekers 0

Net Binnen

Meest Gelezen