Mathieu van der Poel heeft er zijn carrière van gemaakt om de sport naar zijn hand te zetten — maar niets komt in de buurt van de uitdaging die in 2028 lonkt: de
Tour de France, de olympische mountainbikerace en de olympische wegrit, allemaal geperst in één week, aan weerszijden van de wereld.
Op papier is het de meest extreme reeks van drie koersen die ooit aan een toprenner is voorgelegd. En toch blijft het, opmerkelijk genoeg, nét mogelijk.
Van der Poel heeft Los Angeles 2028 al lang omcirkeld als zijn kans om eindelijk het olympische XCO-goud na te jagen dat in Tokio uit zijn handen glipte. Met de mannen-MTB-wedstrijd gepland op 17.07 en de olympische wegrit op 23.07 heeft de Nederlandse bond al aangegeven dat een mountainbike-weg-dubbel technisch haalbaar is. Vijf hersteldagen is krap maar realistisch voor een renner met zijn aanpassingsvermogen en multidisciplinaire pedigree.
Maar alles verandert zodra de Tour de France in beeld komt.
Eén dag tussen Parijs en Los Angeles
Om een clash met de Spelen te vermijden, wordt verwacht dat de Tour van 23.06 tot 16.07 loopt — de vroegste editie in decennia. Hoewel dit technisch ruimte maakt voor de Spelen, ontstaat er een ongekende klem: de Tour eindigt op 16.07, en de olympische MTB-race begint op 17.07.
Dat laat Van der Poel grofweg 24 uur om een drieweekse Grote Ronde af te ronden, over negen tijdzones te reizen, te schakelen van duurinspanning naar explosieve crosscountry en te starten in een van de meest technische onderdelen van het olympisch programma. Daarna, ervan uitgaande dat hij die chaos doorstaat, heeft hij vijf dagen om te resetten voor de olympische wegrit — op zichzelf al een hoofddoel.
Geen enkele renner heeft ooit zo’n volgorde geprobeerd. Voor de meesten zou het idee niet eens de planningsfase halen.
Een beslissing die zijn olympische campagne kan definiëren
Van der Poel is 33 tijdens de Spelen — nog altijd wereldtop, maar op het punt waar olympische cycli schaars worden. Als LA28 zijn beste overgebleven kans op XCO-goud is, kan hij zich genoodzaakt voelen om zijn hele zomer eromheen te bouwen.
Dat laat hem drie realistische opties:
- De Tour overslaan en mikken op de MTB–weg-dubbel — de meest haalbare en erfenisbepalende route.
- De Tour rijden en zich uitsluitend richten op de olympische wegrit, waarbij hij zijn mountainbike-ambities opnieuw parkeert.
- De volledige triple proberen — Tour, MTB en weg — een scenario zo veeleisend dat het nagenoeg perfecte logistiek en bovenmenselijk herstel vereist.
Elke keuze heeft consequenties voor zijn voorbereiding, zijn ploeg en het verhaal van zijn laatste piekjaren op het hoogste niveau.
Een kleine kans — maar nog altijd reëel
De meeste renners zouden de triple direct afschieten. Van der Poel niet. Zolang de data met uren en niet met weken overlappen, blijft de mogelijkheid bestaan — hoe klein ook.
De waarheid is eenvoudig: de Tour–MTB–weg-triple raakt aan het onmogelijke, de olympische MTB–weg-dubbel is echt realistisch, en Mathieu van der Poels jacht op olympische glorie is nog altijd springlevend.