Op zijn 38ste stopt
Peter Stetina met wielrennen op topniveau, en sluit hij een hoofdstuk dat begon toen hij pas 16 was. De Amerikaan verliet in 2019 na tien seizoenen in de WorldTour de weg om zich volledig te wijden aan gravel, op een moment dat die discipline nog in de kinderschoenen stond.
Van WorldTour naar een gravelcarrière opbouwen
Stetina beëindigde zijn WorldTour-carrière niet door gebrek aan kansen, maar uit overtuiging. Na het aflopen van zijn contract bij Trek - Segafredo in 2019 koos hij niet voor pensioen, maar voor een nieuwe discipline. “Toen ik de WorldTour verliet, stopte ik niet. Ik zei: gravel is een volwaardige discipline, en ik kom hier koersen. Het verdient zijn eigen profs,”
zei hij in een interview met Cycling Weekly.
Zes jaar later is gravel uitgegroeid tot een wereldwijd, zeer competitief en steeds professioneler circuit. Een totaal ander landschap dan wat Stetina in 2019 aantrof.
“Ik kwam naar gravel voor een rijkere, leukere ervaring,” zei hij. “En ik heb bijna het gevoel dat ik terug ben in de WorldTour die ik verliet. Dat is niet negatief bedoeld, maar het is nu zó prestatiegericht. Het heeft mijn carrière langer gemaakt dan ik ooit voor mogelijk hield.”
Waarom is dit het juiste moment om te stoppen?
Leeftijd en motivatie speelden mee in zijn besluit om te stoppen, maar er waren meer factoren. “Het is van alles, het is complex. De eindeloze jacht op weer een koers, weer een prestatie; het begint vermoeiend te worden en niet meer vervullend. Winnen betekent niet meer hetzelfde.”
Ook het gezin woog zwaar mee, zoals vaak op zijn leeftijd. “Een groot deel is dat de fiets niet elke hoek van het gezinsleven meer mag dicteren. De fiets moest mee op elke gezinsvakantie. Dat is niet fair tegenover mijn vrouw en mijn opgroeiende kinderen. Ik wil thuis vaker aanwezig zijn.”
Ondanks de duidelijkheid van zijn keuze weet Stetina niet zeker of hij moeiteloos went aan een leven zonder het profbestaan. “Ik ben nerveus. Als je als atleet stopt, kan dat een midlifecrisis zijn. Als dit is wat je doet sinds je zestiende, moet je die intensiteit ergens anders kwijt. Doe je dat niet, dan kun je in een neerwaartse spiraal komen.”
Toch is hij dankbaar dat hij op eigen voorwaarden kan uitstappen, iets wat in het wielrennen zelden voorkomt. “Ik ben echt dankbaar dat ik dit op mijn voorwaarden mag doen. Dat is zo zeldzaam in deze sport. Meestal bepaalt de sport wanneer het voorbij is.”
Voorlopig blijft de fiets deel van zijn leven, zij het met een andere rol. Hij wil als speler-coach de volgende generatie gravelrenners helpen professionaliseren en zijn opgebouwde ervaring doorgeven.
“Ik stop echt alleen met de jacht op profpodiums en het leven als profatleet en alles wat daarbij hoort. Ik wil naar deze evenementen blijven gaan en ze op andere manieren ontdekken. Misschien ben ik soms nog snel, maar dat is niet het doel.”
“Toen ik met gravel begon, was er geen draaiboek. Nu is het iets op zichzelf, fantastisch, maar er is een hele groep jonge profs die nog niet weet hoe het moet. Dus ik ga deze talenten helpen om echt te excelleren,” besloot hij.