Lucinda Brand moest diep gaan in Namen nadat een late lekke band de controle heel even dreigde te veranderen in chaos, maar de Nederlandse behield haar kalmte en verzekerde zich van haar vijfde Wereldbekerzege in de Citadelcross.
“Dat was echt dom. Maar het kan hier gebeuren,” gaf Brand na afloop toe, terugblikkend op het moment dat haar achterwiel leegliep op het verraderlijke parcours. In plaats van meteen te stoppen, nam ze in een split second het besluit door te rijden. “Ik dacht alleen: ik moet blijven fietsen, als het wiel stukgaat dan gaat het stuk en pak ik een nieuw. Ik moest een paar bochten lopen, en ik gleed ook weg. Gelukkig was de voorsprong groot genoeg.”
Controle vanaf het allereerste moment
Die marge werd veel eerder opgebouwd, dankzij een start die de toon zette voor de hele cross. Brand, doorgaans niet altijd dominant in de openingsmeters, schoof halverwege de eerste ronde al naar de kop. “Ik voelde me heel sterk, ik heb hier nog nooit zo’n goede start gehad,” zei ze.
Eenmaal weg, kreeg de koers een vertrouwd patroon.
Amandine Fouquenet nam na een bliksemstart kortstondig de leiding, maar Brand bleef koel. “Zij start altijd geweldig, ik probeerde mijn eigen tempo te rijden,” legde ze uit, bewust kiezend voor geduld in plaats van risico.
Die aanpak betaalde zich uit toen de gaten achter haar gestaag groter werden en de strijd om het podium buiten beeld plaatsvond. Brand was vooral onder de indruk van Fouquenet. “Je kunt jezelf opblazen in de eerste ronde. Maar zij werd hier derde, dus een hele goede cross van haar, dat had ik echt niet verwacht,” zei ze. “Ik had persoonlijk gewoon goede benen.”
Zelfs met die late waarschuwing verdween Brands overwicht nooit echt, terwijl ze opnieuw haar meesterschap op de veeleisende hellingen en glibberige ondergrond van Namen onderstreepte.