In het huidige wielertijdperk worden we getrakteerd op duels van mythische proporties: Tadej Pogacar versus Jonas Vingegaard,
Wout van Aert tegenover
Mathieu van der Poel. Maar volgens
Michel Wuyts, de nestor onder de Belgische wieleranalisten, zouden die laatste twee hun beste jaren wel eens achter zich kunnen hebben liggen.
In een gesprek met Wieler Revue gaf Wuyts zijn visie op het voorjaar van 2025 – een campagne waarin Van der Poel imponeerde met monumentale zeges, terwijl Van Aert op wisselvallig niveau acteerde. “Bij Van der Poel lijkt alles vanzelf te gaan, maar dat is gezichtsbedrog,” benadrukt Wuyts. “Achter die ogenschijnlijk moeiteloze stijl schuilt een Spartaanse trainingsarbeid. Hij pusht zichzelf elke dag tot het uiterste. Zijn successen zijn het product van jarenlange toewijding.”
De manier waarop Van der Poel met flair over kasseien en asfalt danst, staat volgens Wuyts in schril contrast met de slopende discipline die daarachter schuilgaat. “Hij rijdt met het speelse gemak van een straatjongen, maar traint als een monnik. Die tegenstelling maakt hem uniek.”
Toch is er ook een schaduwzijde. Ondanks zijn overwinningen in onder meer Parijs-Roubaix en Milaan-Sanremo, blijft Van der Poel het mikpunt van scheldkanonnades langs het parcours – zowel op de weg als in het veld. Volgens Wuyts ligt de oorzaak daarvan bij de vurige rivaliteit met Van Aert. “Laat er geen misverstand over bestaan: Wout zelf heeft daar niets mee te maken. "Wout van Aert heeft al lang geaccepteerd dat hij niet kan tippen aan Mathieu van der Poel. Mathieu is in dat opzicht gewoon een klasse apart geworden.”
Maar waar Van Aert zich lijkt te hebben neergelegd bij de suprematie van zijn eeuwige rivaal, worstelen zijn fans nog met dat besef. “Voor hen is het pijnlijk. Maar geloof me, Wout heeft een immense aanhang,” stelt Wuyts. “Vorig jaar was ik presentator bij de ploegenvoorstelling van de E3 Saxo Classic. De explosie van enthousiasme bij zijn opkomst overtrof die van alle andere Belgische renners – samen. En dat wil iets zeggen.”
Volgens Wuyts zit Van Aerts aantrekkingskracht niet alleen in zijn benen, maar ook in zijn karakter. “Hij is geen man van grote woorden, maar wanneer hij spreekt, doet hij dat met indrukwekkende oprechtheid en bescheidenheid. Wout wijkt nooit voor de waarheid. Als hij geklopt wordt, dan erkent hij zonder omwegen dat er iemand sterker was.”
Toch heeft ook Van der Poel, zo benadrukt Wuyts, een sympathie die je niet kunt faken. “Je hoeft mij niet te vertellen dat Mathieu een buitengewoon aimabele kerel is. In elk interview of gesprek dat ik met hem had, voelde ik altijd een diepe menselijkheid – een verbondenheid die ik bij geen enkele andere renner zo sterk heb ervaren.”