Het was een zware week voor
Wout van Aert. Aan het begin van de laatste week van de
Vuelta a Espana, op dinsdag, leidde hij zowel het punten- als het bergklassement en bevond hij zich in de kopgroep op zoek naar zijn vierde ritzege. Wat volgde waren enkele dagen in het ziekenhuis, waar de Belg zondagmiddag pas werd ontslagen.
De valpartij tijdens etappe 16 op dinsdag bleek ernstiger dan aanvankelijk werd gedacht. Van Aert slaagde er nog net in om na de val op zijn fiets te stappen, maar moest al snel stoppen omdat hij niet meer kon trappen. Na enkele minuten aan de kant van de weg werd besloten dat verdere deelname niet mogelijk was, en dat was een begrijpelijke keuze.
Naarmate de tijd verstreek, werd het steeds meer duidelijk dat Van Aert niet in staat zou zijn om de koers voort te zetten. Naast de aanzienlijke schaafwonden op zijn lichaam, bleek de wond in zijn knie diep en vervuild door de botsing met rotsen aan de kant van de weg.
Terwijl de Belg in het ziekenhuis lag,
legde zijn huisarts de situatie uit: "Het gaat niet om een oppervlakkige wond. De wond gaat bijna tot in het gewricht en is sterk vervuild. De kans op een infectie is te groot. Daarom is antibiotica momenteel zinvol en noodzakelijk." Hierdoor moest hij de rest van de Spaanse Grote Ronde in een ziekenhuis in Spanje doorbrengen.
Team Visma | Lease a Bike
bevestigde ook dat Van Aert zijn wegseizoen heeft beëindigd. Het is onrealistisch om te verwachten dat hij op tijd kan terugkeren in de voorbereiding op zijn oorspronkelijke doelen – het EK & WK Wielrennen in september. Zijn comeback zal waarschijnlijk plaatsvinden tijdens het cyclocrossseizoen. Het Nieuwsblad heeft inmiddels bevestigd dat hij zondag in ieder geval het ziekenhuis heeft verlaten en zijn herstel nu thuis zal voortzetten.