In 2025 keert de
Tour de France terug naar haar symbolische slotstuk: de Champs-Élysées. Na een eenmalige afwezigheid in 2024 wegens de voorbereidingen op de Olympische Spelen, wordt de beroemdste laan van Frankrijk opnieuw het decor van de traditionele grande finale. De 21e etappe van de komende editie markeert daarmee een halve eeuw aan iconische finishes in het hart van Parijs.
Sinds de eerste aankomst op de Champs in 1975 is de boulevard uitgegroeid tot een onmisbaar sluitstuk van La Grande Boucle. Zoals William Fotheringham het treffend verwoordt in The Guardian:
"De Tour de France is nu niet meer denkbaar zonder twee dingen: de gele trui en de finale op de Champs-Élysées, een spektakel dat deze zomer een halve eeuw oud is."
Legendarische momenten
Fotheringham haalt enkele van de meest legendarische momenten aan die zich op de Parijse kasseien hebben afgespeeld. Denk aan Bernard Hinault, die in 1982 niet alleen zijn gele trui verdedigde, maar ook de sprinters overtrof met een machtige zege – een zeldzame prestatie in de Tourgeschiedenis. Of Greg LeMond, die in 1989 geschiedenis schreef door in een zenuwslopende tijdrit Laurent Fignon van het eindpodium te stoten – het verschil: acht seconden.
Ook minder verwachte helden kregen hun moment de gloire. In 1994 verraste Eddy Seigneur vriend en vijand met een solozege. En natuurlijk is er Mark Cavendish, die de Champs tot zijn persoonlijk domein maakte met vier opeenvolgende overwinningen, bekroond door zijn glorietocht in 2012 toen Tourwinnaar Bradley Wiggins hem perfect afzette.
Vijftig jaar na de eerste aankomst keert het peloton terug naar de bakermat van Tourromantiek. De Parijse zon, de knallende sprint, de triomftocht van de gele trui – het blijft wielrennen in zijn puurste vorm.