Peter Sagan heeft gereflecteerd op de staat van het hedendaagse profwielrennen en betoogt dat de toenemende mate van wetenschappelijke sturing en voorspelbaarheid het gevoel van suspense dat koersen ooit typeerde, heeft verkleind.
In een gesprek met Marca in Abu Dhabi in zijn rol als MyWhoosh-ambassadeur gaf de
drievoudig wereldkampioen op de weg een brede terugblik op zijn carrière, zijn bekende rivaliteiten en de evolutie van de sport die hij ruim een decennium domineerde.
De Slowaak, algemeen gezien als een van de meest charismatische renners van zijn tijd, stopte met wegwielrennen na 14 seizoenen en werkte daarna nog een extra jaar af in het mountainbiken.
“Mensen zeggen dat ik vroeg gestopt ben… maar ik heb 14 seizoenen gedaan. Ik ben op mijn 33e gestopt met wegwielrennen en heb daarna nog een jaar mountainbike gereden. Ik heb niet het gevoel dat ik te vroeg ben weggegaan. Ik weet niet of Pogacar of de anderen hetzelfde zullen doen. Dat hangt van elke persoon af. Ik begon heel jong en was klaar om dat hoofdstuk af te sluiten,” vertelde hij aan Marca.
“Alles is veel meer gecontroleerd” – Sagan over het moderne wielrennen
Sagan wees op een forse verschuiving in het koersverloop en suggereerde dat wetenschappelijke vooruitgang de dynamiek voor renners én fans heeft veranderd. “Ik zou niet zeggen dat het saai is, maar… het is waar dat je soms twee uur voor de finish al weet wie er gaat winnen. Dat verandert het gevoel een beetje. In grote lijnen, ja: alles is veel meer gecontroleerd,” zei hij.
“Maar zelfs toen ik koerste, was het ook al gecontroleerd: controles, gewicht, voeding, alles. De wetenschap heeft nog een stap vooruit gezet, dat is zeker.” Hij prees het huidige leidende trio en voegde toe: “Het is een andere manier van koersen, dat is zeker. En het niveau is ongelooflijk hoog. Samen zorgen ze voor een geweldige show voor de fans,” doelde hij op
Tadej Pogacar,
Jonas Vingegaard en
Mathieu van der Poel.
Sagan merkte ook op dat moderne voorbereiding weinig ruimte laat voor improvisatie of bravoure, al is persoonlijke expressie niet verdwenen. “Er is er altijd wel wat. Maar ja, voeding en die aspecten zijn enorm veranderd. Vroeger was het ook al gecontroleerd (antidopingcontroles, gewicht…), maar nu nog meer. Alles wordt nog preciezer gemeten.”
Gevraagd of renners hun concurrenten nog kunnen verrassen, antwoordde hij: “Het hangt ervan af wie je bent. Voor een Van der Poel of een Pogacar is het niet moeilijk om te verrassen. Voor anderen misschien wel.”
Sagan was wellicht de meest entertainende renner van zijn tijd
Leven na de WorldTour
Sagan zei geen spijt te hebben dat hij de competitie achter zich liet en benadrukte persoonlijke prioriteiten boven sportieve doelen. “Ik heb me nooit belast gevoeld door het rockstargevoel. Het hoorde bij het spel. Nu reis ik trouwens meer dan toen ik renner was. Maar wat me echt aan het denken zet, is mijn zoon. Hij is acht jaar en ik wil meer tijd met hem doorbrengen, meer met hem praten, meer dingen samen doen. En dat kan nu.”
Terugkijkend op de tegenstanders met wie hij het liefst de strijd aanging, noemde hij enkele iconische namen. “Van Avermaet, Boonen, Cancellara, Cavendish… en Kittel. Tegen Kittel heb ik hem nooit geklopt in een pure sprint: als het om de winst ging, was hij er altijd als eerste. Ik werd dan achtste of negende… maar één-op-één heb ik hem nooit verslagen.”